H. 3 Openstelling alle ambten voor zusters binnen de GKv.
Vele jaren is de discussie gevoerd over vrouwen als diaken, ouderling en predikant binnen de Gereformeerde kerken (vrijgemaakt). Omdat er steeds meer gestreefd werd naar eenheid tussen de GKv en de NGK was bij voorbaat duidelijk dat hieromtrent een besluit moest vallen omdat binnen de NGK de vrouw als ambtsdraagster al jarenlang gebruikelijk is. En daar zijn de NG-Kerken niet vanaf te brengen.
Om de gedachten van velen binnen de GKv meer op één lijn te brengen werd in 2016 het boek Zonen en dochters profeteren uitgebracht. (uitg. Boekencentrum). 25 auteurs werkten hieraan mee.
Auteurs van zeer diverse pluimage: theologen, ethici, natuurkundigen en filosofen, taalkundigen, historici, juristen, leraren klassieke talen, docenten, onderwijskundigen, psychologen,
Het aantal medewerkers en de grote verscheidenheid in professionele bekwaamheid hadden helaas geen heldere exegese van Bijbelteksten en duidelijke begripsomschrijving als resultaat.
Het uitgangspunt van het boek (ontleend aan de profeet Joël en aangehaald door Petrus in het boek Hand.) illustreert meteen de ernstige onvolkomenheid van van het geheel.
Koning, profeet en priester zijn alle mensen die God als Vader van Jezus Christus vereren. En kinderen in opleiding daartoe.
Vanaf de schepping; Adam en Eva naar Gods beeld geschapen. Daarom goed, rechtvaardig en heilig. Toegewijd aan God. In gedachten, woorden en werken laten zien Wie God is. Vol van Zijn Liefde, Trouw en Goedheid.
De zondeval heft die roeping niet op: regeren over Gods schepping en over zichzelf, getuigen van Gods liefde en redding, in alles gehoorzaam luisteren naar Zijn wil en gebod.
De zondeval heeft wel het 'beeld van God' in de mens in stukken gebroken. Alleen kleine restanten lichten nog op.
Hert boek suggereert dat het 'beeld van God' nog steeds functioneert.
Helemaal in strijd met de eeuwenlange en huidige ervaringen met het gedrag van mensen.
In de Nieuwtestamentische periode blijkt nog veel duidelijk de drievoudige taak voor de gelovige man en vrouw. Bij het opvoeden van kinderen, in het doen van goede werken, in het verzorgen van zieken, hulpbehoevenden etc. etc.
Het is daarom niet vreemd als binnen het OT vrouwen ten tonele verschijnen die iets of veel laten zien van het boven bedoelde drievoudige ambt van elke gelovige.
Eva, de moeder van alle levenden
Sara, in geloof moeder van Israël
Lea en Rachel, samen met hun slavinnen de stammoeders van Israël
Mirjam, profetes en zangeres bij de Schelfzee
Debora, koninklijke richteres die rechtspreekt en onderwijst. Barak de oorlog instuurt
De vrouw van Manoach, de moeder van Simson
Profetes Chulda, de vrouw (?) van Jesaja.
In het NT barst de positie van de vrouw als profetes naar buiten open als Maria en Elisabeth in profetische zangen uitbreken. Eveneens bij de vrouwen die Jezus volgen en getuigen mogen zijn van Zijn opstanding. En bij vrouwen die de apostelen volgen bij hun zendingsreizen of dienstbaar zijn binnen het vroege kerkelijke leven (profetessen, diaconessen).
Het boek 'zonen en dochters profeteren' redeneert in vele opzichten naar het gewenste doel:
1. Adam en Eva worden als gelijk en gelijkwaardig ten tonele gevoerd. Miskend wordt dat zij op een tachtigtal punten nogal
van elkaar verschilden. Om enkele verschillen te noemen:
a. bouw en structuur van alle botten
b. bouw en structuur van het hele spierstelsel; ook van hart en bloedvaten
c. bouw en structuur van pezen en gewrichten
d. samenstelling van het bloed; aantal rode bloedcellen
e verschil in longcapaciteit
f. bouw en structuur van de hersenen; verschillen in linker- en rechterhersenhelft
g. functies van hormoonklieren en verschil in hormonen
h. bouw bekkengordel en schoudergordel en daarmee in samenhang de bouw van de wervelkolom
h. structuur van de huid met meer vetweefsel en verschil in beharing
i. maandelijkse menstruatiecyclus
j. melkproductie en geboorteprocessen opgewekt door hormoon oxytocine
k. invloed oxytocine op vele emotionele ervaringen
l. hoofdhaar dat 5 jaren langer standhoudt bij meisjes dan bij jongens
m. alle primaire en secundaire geslachtskenmerken die samenhangen met alle typen weefsels
n. ontwikkeling strottenhoofd en stembanden
o. vele verschillen in interessegebieden die samenhangen met genen, hormonen, hersenen en ervaringen
p. schoonheidswaardering en verliefdheidsgevoelens van jongens en meisjes
q. verschillen in belangstellingswereld, o.a. blijkend uit keuze voor technische vakken en vaardigheden.
enz., enz.
2. De onbijbelse vergelijking tussen slavernij en de overheersing van vrouwen door mannen.
God wilde in Israël geen slavernij. Na 6 jaar moest elke slaaf worden vrijgelaten (EX. 21:1,2; zie ook vers 7-11). Nog
ingrijpender: In het Ex. 21:16 staat op mensenroof (iemand stelen of ontvoeren) de doodstraf.
Mensenroof uit vele Afrikaanse landen door Europeanen en Arabieren was de bakermat voor massale slavenhandel in
grote delen van de wereld sinds de 15e/16e eeuw (of eerder).
Paulus raad elke gelovige aan zich vrij te maken uit slavernij. Daarom wil hij graag dat Titus Onesimus primair als broeder
behandelt en hem zelfs vrij laat om Paulus te helpen.
3. Steeds weer wijst het boek op de (vroegere) hiërarchische verhoudingen in de kerk als het gaat over de positie van zusters
in de gemeente. Verschil in positie (leiding geven, volgen) betekent niet: onderdanig zijn, onderworpen zijn. Geen mens in
de kerk staat maar 1 mm. hoger dan een gelovige broeder of zuster. Zelfs niet hoger dan een pas geboren baby. Ook geen
ouderling, dominee of professor in de theologie. Hoger dan de positie "Kind van God" kan niemand komen!
4. In het geschrift wordt alles onder de noemer gebracht van 'dienen'. Ook wel: 'elkaar onderdanig zijn'.
Dit 'probleem' schijnt opgelost door te wijzen op het dienend leven van Christus op aarde. Tot in de dood. Dit is echter een
schijnoplossing. Christus was en bleef (en is) altijd HEER. Hij leerde met gezag! Als een moeder haar kind(eren) dienend en
liefhebbend verzorgt blijft ze gezaghebbende moeder. Als je in de kerk dienend ambtsdrager bent mag je gehoorzaamheid
vragen als je naar waarheid, namens God, spreekt. Dat wil zeggen: Zijn Woord uitdraagt en toepast.
5. Christus als tweede Adam (dus als Hoofd van de nieuwe mensheid) wordt miskent. Evenals de positie van Adam t.o.v. Eva
in de hof. Adam ging voorop in kennis van God (en Zijn gebod) en van de schepping (naamgeving van de dieren) en in
verlangen naar een deelgenoot. Het 'hoofd' zijn van iemand valt nooit los te koppelen van een leidende positie. Dit geldt
zowel voor Christus als voor een man t.o.v. zijn vrouw. Die goddelijke orde is onherroepelijk. Paulus verbiedt de omkering
van die orde in 1Tim. 2:12-14. En in Rom. 5 verwijst hij naar Christus die als 1 mens de zonde moest overwinnen door Zijn
dood die in de wereld kwam door de zonde van 1 mens.
6. De voorstanders van openstelling van alle ambten voor vrouwen proberen alles wat te maken heeft met de komst van God
als man in onze wereld en de roeping door Hem van de 12 mannelijke discipelen als onbelangrijk weg te poetsen. Als
vrouwen als eersten de boodschap van Christus opstanding mogen bekendmaken worden zij als apostelen beschouwd
. Plaats en roeping van apostelen in het NT (meer dan 12) worden hiermee miskend.
Zo wordt ook het gegeven dat de eerste Christenen 'alles gemeenschappelijk hadden' vlotjes (en onverantwoord) omgezet
in: ook de geestelijke ambtsdiensten hadden allen gemeenschappelijk.
7. Er treedt een heilloze verwarring op als het gaat over gaven, talenten en functies binnen het lichaam van Christus.
Als eerste moet vaststaan dat als Paulus spreekt over verschillende "lichaamsdelen" in Rom. 12 en de gaven die daarmee
samenhangen (profeteren, bijstand verlenen, onderwijzen, troosten, uitdelen, leiding geven, barmhartig zijn) hij geen
enkel onderscheid maakt tussen broeders en zusters. Natuurlijk moeten vrouwen ook onderwijzen en goede leiding
kunnen geven op velerlei gebied. Al zou het alleen maar thuis in het gezin zijn. Of op school, vereniging, catechisatie,
winkel, bedrijf enz.
Voor de 9 gaven of vruchten van de Geest in Gal. 6 geldt natuurlijk hetzelfde. Op de Pinksterdag bleek toch evenmin
verschil tussen mannen en vrouwen als het gaat over de uitingen door de Geest!
In 1Kor. 12:28 noemt Paulus apostelen (mannen), profeten (mannen en vrouwen) en leraren (mannen?) binnen de
gemeente. Daarnaast gelovigen met het vermogen (de gave) om wonderen te verrichten, te genezen, bijstand te verlenen,
leiding te geven of in klanktaal te spreken. Geen onderscheid tussen mannen en vrouwen! Dan komt de roeping om je te
richten op de hoogste gave: de liefde!
Wie zou dan nog onderscheid maken? Zelfs de kleine kinderen mogen die liefde leren en ervaren.
In Ef. 4:11-16 worden genoemd apostelen, verkondigers, herders en leraren om de heiligen toe te rusten tot volkomen
eenheid, tot volheid van Christus om samen (broeders en zusters) toe te groeien tot Hem die het Hoofd is, Christus. Ook hier
de vraag: alleen mannen??
8. In 1 Kor. 11:4 schrijft de apostel: Christus is het hoofd van de man, de man het hoofd van de vrouw en God het hoofd van
Christus. Het gaat nu niet over de vraag naar de drie-eenheid. Het is duidelijk dat hier met "hoofd" wordt aangegeven de
eerste, de leidinggevende, de vooropgaande. God (de Vader) zond Zijn Zoon, de Zoon voerde uit wat de Vader vroeg
(wilde). De Zoon was gehoorzaam tot in de dood. Zo is de gelovige echtgenote bereid om haar man te volgen, te luisteren
naar wat hij zegt als het naar Gods Woord is. Het maakt geen enkel verschil als het Griekse woord voor 'hoofd' ook 'bron'
kan betekenen. En het woordje 'hoofd' heeft een vergelijkbare betekenis als in schoolhoofd, afdelingshoofd enz. enz.
In het maatschappelijke leven is het mogelijk dat er allerlei diverse vormen van gezag, hiërarchie, standsverschil of
zelfs tirannie mogelijk zijn. In Christus kerk behoren die volledig afwezig te zijn. Omdat Christus de enige Herder, Heer en
Hogepriester is. Het onderscheid in plaats en functioneren tussen Christus en de Vader, tussen Christus en een
echtgenoot en tussen man en vrouw wordt niet opgeheven. Als dit wel zo zou zijn zou alles ontaarden in ordeloosheid.
Intussen is de echtgenote wel 'de eer van haar man' zoals haar man 'de eer van Christus' is. De schrijvers van het boek
weten niets beters te bedenken dan dat de vrouw zich niet door anderen in de gemeente moet laten gezeggen.
9. In 1 Kor.11 staat dit ingebed tussen sociale, culturele en biologische of psychologische functionaliteiten. Het gaat dan
over hoofdbedekking, haardracht en luister (eer). Kaalgeschoren hoofden van vrouwen lijken nu nog altijd veel op
mannenhoofden (ooit bezat ik een foto met een rijtje kaalgeschoren mannen en vrouwen door elkaar heen geplaatst.
Het was niet meer of nauwelijks te zien wie mannen of wie vrouwen waren). Mannen met stijlvol lang haar blijven uitzondering.
Vrouwen maakten in Korinthe van die tijd duidelijk dat ze getrouwd waren als ze een sluier (hoofdbedekking) of stola
droegen.
10. Geen hoofdstuk in de bijbel heeft meer tongen losgemaakt dan 1Kor. 14. Hoe moet de kerk omgaan met tongentaal?
Wat is het belangrijkste verschil tussen profetie en tongentaal? In Korinthe was een jonge, enthousiaste (veel nieuwe
liederen en openbaringen) maar soms ook vrij ordeloze gemeente. Zonder veel structuur o.l.v. oudsten en leraren? Dit
bleek vooral bij de vrij rampzalige manier van avondmaal vieren. Paulus vraagt om meer ordelijke samenkomsten. Om de
beurt profeteren of in tongen spreken. Ook moet het "gezegde" beoordeeld worden. Vrouwen kunnen dan beter zwijgen in de
samenkomst bij deze drukke processen en thuis hun man oom uitleg vragen. Dat bevordert orde en rust. Het heeft m.i.
weinig zin om die regel te misbruiken bij het antwoord op de vraag of zusters ambtsdrager kunnen worden.
Ambtsdragers komen in deze brief niet in beeld. In de tweede brief aan Korinthe wel; dan gaat het over schijn-apostelen.
Het begrip 'zwijgteksten' heeft een veel te dominante plaats gekregen in ons kerkelijk leven!
Des te overtuigender is wat Paulus en Petrus schrijven in:
Ef. 5:21-24 Aanvaard elkaars gezag uit eerbied voor Christus. Vrouwen erken het gezag van uw man als dat van de Heer,
want de man is het hoofd van de vrouw, zoals Christus het hoofd is van de kerk, het lichaam dat Hij gered heeft.
Vervolgens gaat het over de wederzijdse liefde en het ontzag hebben voor de echtgenoot.
Hier is geen woord frans bij. Alleen onwil om te leven met elkaar binnen de gemeente zoals de Here vraagt leidt tot
allerlei ingewikkelde exegetische schijnoplossingen.
1Tim. 2:11-14 Een vrouw dient zich gehoorzaam en bescheiden te laten onderwijzen; ik sta haar dus niet toe dat ze zelf
onderwijst en zich gezag aanmatigt over mannen; ze moet bescheiden zijn. Want Adam werd als eerste geschapen, pas
daarna Eva. En niet Adam werd misleid, maar de vrouw; zij overtrad Gods gebod. Ze zal worden gered doordat ze kinderen
baart ........... Bij de toepassing van deze tekst volgt in het boekje allerlei gefantaseer over opstandige vrouwen die mannen van
hun plaats wilden dringen.
Intussen vindt de overtuiging steeds meer ingang dat Adam en Eva geen historisch personen zijn
geweest maar symbolische namen voor zich zelf bewust wordende apengroepen die niet breid waren naar God te
luisteren. Het huidige verzet tegen deze en andere Bijbelgedeelten grijpt veel verder om zich heen dan erkenning van
plaats en positie van de gelovige zusters binnen de gemeenten van Christus. Niet vreemd dat de geboorte van kinderen
als eerste opdracht voor een gelovige vrouw al lang geleden ondergesneeuwd is in de vrieskou die steeds meer het
geloofsleven binnen dringt.
Col 3:15 Vrouwen, erken het gezag van uw man, zoals het volgelingen van de Heer past.
Deze opdracht wordt gevolgd door die voor kinderen en slaven. Maar alles binnen het kader van de liefde. De liefde die
tenslotte alle standsverschil opheft. Dit blijkt als kinderen volwassen worden en slaven bevrijd.
1Petr. 3:1-7 Voor u, vrouwen, geldt hetzelfde: erken het gezag van uw man ............ zoals Sara; zij gehoorzaamde Abraham
en noemde hem haar heer. U bent haar dochters ........
Vanuit het bovenstaande is het daarom niet meer dan logisch dat in het NT van de oudsten of ouderlingen gezegd wordt dat het mannen dienen te zijn. In nog sterkere mate geldt dit voor gezaghebbende verkondigers van het evangelie. Dit heeft alles te maken met het gegeven dat de kerken van Christus leven in de situatie van geloofsstrijd en geloofsgehoorzaamheid.
Een strijd zowel naar binnen (tegen eigen het dwaalzieke hart en gevoel) als naar buiten (tegen alle dwaalleer en verwarrende Schriftuitleg).
In die geloofsstrijd dienen mannen voorop te gaan; in de frontlinie! Zeker in deze tijden van oeverloze dwaalleringen.
Het is daarom begrijpelijk dat het synodebesluit om zusters toegang te verlenen tot alle ambten in de kerken een cruciale, richting wijzende beslissing is geweest die daaruit volgende besluiten voor het kerkelijk leven tot gevolg zullen hebben.