Lucas Cranach De Hof van Eden.

 

In het schilderij zien we Gods bezoek bij Adam en Eva, de verleiding door de slang (afgebeeld als mens met slangenlijf), de vlucht voor God en de verdrijving uit het paradijs.

H 2. De geschiedenis van de mens.

In Gen. 2:4 staat: Dit is de geschiedenis (Hebr. de tholedoot) van de hemel en de aarde toen (nadat) ze geschapen waren. De NBV21 vertaalt: Dit is de geschiedenis van hemel en aarde, zo werden ze geschapen. In de tijd dat God de hemel en de aarde maakte formeerde God de mens uit stof van de aardbodem en blies de levensadem in zijn neus. Heel bijzonder is dat de Bijbel ons vertelt dat in die tijd nog geen 'veldgewas' en geen 'kruid des velds' was uitgeschoten (NBV21 zegt: er groeide op aarde nog geen enkele struik en er was geen enkel gewas opgeschoten). Dit kwam doordat God het nog niet had laten regenen. Er was alleen maar een damp die de aarde bevochtigde. Toch niet zo heel vreemd omdat er nog geen mensen waren om de aarde te bewerken; om een tuin aan te leggen. God zelf geeft dan het voorbeeld: Hij plant een tuin. Met grote rivieren. En twee heel bijzondere bomen: de boom des levens en de boom der kennis van goed en kwaad. Op de dag dat de mens van de laatste eet zullen ze sterven. De dood was Adam en Eva wel bekend. Planten sterven vaak na het produceren van vruchten en zaad. Dieren werden veelal gevangen of stierven omdat ze geen onvergankelijk leven bezaten. De mens van nature trouwens evenmin omdat de boom des levens daarvan het symbool en belofte was. Zie daarvoor 1Kor. 15:42-49.

God had bedacht dat het niet goed was (zou zijn) als de mens alleen was. Met oog daarop schiep God allerlei dieren uit de aarde. De mens moest al die dieren namen geven. Dat was een hele klus en bewijst dat Adam een groot invoelings- en voorstellingsvermogen bezat. Je zult een olifant maar een muis noemen of een krokodil een vlieg! Daardoor gaat de mens naar een helper verlangen. Dan laat de Here God Adam in een diepe slaap vallen en bouwt een vrouw uit één van zijn ribben. Adam is stomverbaasd dat hij een wondermooie gelijke aantreft en in een jubellied uitbreekt. Hij noemt haar 'mannin'. Man en Mannin waren naakt maar zonder enige schaamte voor elkaar. Dit omdat ze geen kwade bedoelingen kenden t.o.v. elkaar. In het vervolg moeten man en vrouw zich losmaken van hun vader en moeder en langs die weg 'tot één vlees' worden.

De volgorde van de schepping van man en vrouw blijkt van belang. Paulus grijpt daarop terug in 1Tim. 2: "Want Adam werd als eerste geschapen, pas daarna Eva". Paulus wil daarom niet dat een vrouw in de gemeente zich gezag aanmatigt over mannen. In 1Kor. 11 staat: "Christus is het hoofd van de man, de man het hoofd van de vrouw en God het hoofd van Christus". Zie ook Ef. 5:22-24. En: "De man is Gods beeld en luister. De vrouw is echter de luister van de man". Daarom schrijft de apostel ook in Kol. 3: 18: "Vrouwen, erken het gezag van uw man, zoals volgelingen van de Heer past". Zie hierover verder H. 3.

Verzoeking door de slang (de satan).

De slang was het sluwste (listigste) van alle in het wild levende dieren die God gemaakt had. De slang zegt tegen de vrouw: Je zult als God zijn als je eet van de boom der kennis van goed en kwaad. De vrouw ziet dat de boom begeerlijk was om daardoor verstandig (wijs) te worden. Ze eet de vrucht en geeft die ook aan haar man die eveneens eet. De gevolgen zijn dramatisch:

- Man en Mannin zien dat ze naakt zijn en schamen zich voor elkaar

- Man en Mannin verbergen zich voor de Here God tussen de bomen. 
  Ze zijn bang voor God

- Man beschuldigt Mannin 

- Mannin zegt dat ze verleid is door de slang

- Mannin zal na vele moeiten met smart kinderen baren

- De begeerte van Mannin zal uitgaan naar haar man en hij zal over
  haar heersen. Ze zal dus leven in afhankelijkheid van hem; meestal de
  sterkere. Hij zal uit zijn op bevrediging van zijn seksuele lusten.

- de aardbodem wordt door God vervloekt zodat de Man al zwoegende
  daarvan kan eten. De akker zal begroeid raken met dorens en distels.
  Dit zal zijn leven lang zo blijven

- De mens zal terugkeren tot het stof der aarde omdat hij daaruit
  gemaakt is.

God vervloekt de slang. Hij moet kruipen op zijn buik en stof eten zolang hij leeft. Dit geldt alleen dit ene dier (?).

God zet vijandschap tussen het zaad van de vrouw en de slang. Het zaad van de vrouw zal de kop van de slang vermorzelen. Het zaad van de vrouw is Christus (Gal. 3:16). De satan zal slechts de hiel van het zaad van de vrouw vermorzelen. Denk daarbij in ieder geval aan de kruisdood van de Here Jezus. 

God blijkt goed en genadig voor de gevallen mens. Hij bekleedt hen met vellen van gedode dieren en Adam kan zijn vrouw  Eva noemen: moeder van alle levenden. De geestelijke dood trad meteen in (de mens vluchtte voor God) en de lichamelijke dood volgt.

De ontreddering van het menselijk leven blijkt uit de moord op Abel door zijn broer Kaïn. Kaïn zet die moord door ondanks indringende waarschuwingen door God. Uit zijn nagelslacht komen grote machthebbers op aarde: ze bouwen steden, leren tenten maken, gaan koper en ijzer smeden en maken muziekinstrumenten. Er vindt een enorm snelle ontwikkeling plaats van de cultuur. Gebruik van ijzer en koper betekent gebruik van vuur en maken van wapenen voor de jacht en oorlog.

De nakomelingen van Adam en Eva leven ongelofelijk lang. Ze bereiken de leeftijden van meer dan 900 jaar! Tenslotte verwekt Lamech Noach. Als Noach 500 jaar oud is verwekt hij Sem, Cham en Jafeth.  Dit zijn de drie stamvaders van alle volken na de zondvloed.

De zondvloed.

Gen. 6 is de inleiding op de zondvloedgeschiedenis. Over Gen. 6:1-5 is onder theologen altijd veel te doen geweest. Met elkaar eens zullen ze het niet worden. Toen er veel mensen op aarde kwamen zagen de zonen van God dat de dochters van de mensen prachtig waren om te zien en namen daaruit vrouwen die ze maar wilden.
God zei: Mijn Geest zal niet voor altijd in de mens blijven. Ze zijn immers niets dan vlees; d.w.z. ze doen maar wat ze zelf goed vinden. Ze mogen daarom niet langer dan 120 jaar leven. In die tijd waren er ook reuzen op aarde. Zowel voor als na de tijd dat de zonen van God zich misdroegen. Wel staat er bij: de kinderen die uit de gemengde huwelijken geboren werden waren de geweldenaren (giganten) uit vroegere tijden; beroemde helden! 

God heeft er verdriet (berouw) van dat hij de mens geschapen heeft nu ze alleen nog uit zijn op kwaad. Hij was diep gegriefd doordat hun harten alleen maar kwade plannen smeedden. Dit alles als gevolg van de huwelijken tussen gelovige en ongelovige mensen. Elk normbesef voor gedrag verdwijnt daardoor blijkbaar. God wil daarom een einde maken aan alle leven op de aardbodem: de mensen, het vee, de kruipende dieren en de vogels.

Alleen Noach vond genade in de ogen van de Here. God was hem goed gezind.  Want Noach wandelde met God en was rechtvaardig en onberispelijk (d.w.z. dat God hem geen verwijten maakte).

De zonen van Noach waren Sem, Cham en Jafet.

Noach krijgt de opdracht van God om een ark te bouwen van pijnboomhout met als afmetingen 300 el lang, 50 el breed en 30 el hoog. Een geweldig groot "schip" met 3 verdiepingen. Van alle soorten (wilde dieren), vogels, vee en kruipende dieren zal een paartje naar de ark toekomen. Van (de vogels en) de reine dieren moeten 7 paartjes in de ark worden gered. Noach moet ook voldoende voedsel voor mens en dier in de ark opslaan. Door kenners van de dierenwereld is aangetoond dat er ruim voldoende ruimte in de ark was om alle lucht ademende landdieren die niet als larven in water kunnen overleven, in de ark een plaats te geven. Ook de kleinere Dino's die na de vloed zich zouden ontwikkelen tot de reuzenexemplaren in de aardperioden van "Jura" en "Krijt". Tijdens deze aardperioden vormden alle werelddelen min of meer een gedeeltelijk gesloten geheel, genaamd Pangea. (Zie daarvoor het boek van Peter Borger: terug naar de oorsprong. Referaat van Peter Borger op YouTube: terug naar de oorsprong over baranomen en soortvorming). 

Als Noach 600 jaar oud is "braken alle bronnen van de oervloed open en werden de sluizen van de hemel open gezet. Veertig dagen en veertig nachten zou het op de aarde stortregenen' (gen. 7:12 en 13).Gedurende 150 dagen was de aarde met water bedekt. Tot 15 m. boven de hoogste bergen.

Na ruim 1 jaar is de aarde weer drooggevallen dankzij een sterke wind.

Uit heel de zondvloedgeschiedenis blijken weinig aanknopingspunten voor het opstellen van een creationistische aardgeschiedenis. Waardoor werden de bronnen van de oervloed en de sluizen van de hemel geopend? En: wat moeten we verstaan onder deze beide gebeurtenissen? Uit het vervolg na de zondvloed blijkt wel dat het klimaat op aarde drastisch veranderd is. Door het zonlicht op donkere wolkenpartijen die regen, sneeuw en hagel veroorzaken wordt de regenboog zichtbaar. Als teken van Gods trouw dat er koude ne hitte zal zijn, zomer en winter. Vruchtbare seizoenen zullen blijven en de mensen mogen voortaan ook de dieren als voedsel gebruiken. Maar bloed van dieren (waarin de ziel van het dier is) blijft verboden. Evenals het vergieten van bloed van een medemens. Daarop staat in het vervolg de doodstraf. Omdat de mens naar Gods beeld is gemaakt. Van dat 'beeld Gods' zijn nog altijd restanten, fragmenten na de zondeval aanwezig. Dat beeld zal grondig worden hersteld door Jezus Christus, het WOORD van God, waardoor de eerste mensen waren geschapen naar Gods beeld. Daardoor kunnen gelovige mensen weer ten dele laten zien wie God is.

N a de zondvloed breekt opstandigheid en zonde weer door in de mensenwereld. God had daarom gezegd in Gen. 8:21 nooit weer zal ik de aarde vervloeken vanwege de mens, want alles wat de mens uitdenkt , van zijn jeugd af aan, is nu eenmaal slecht. Dit blijkt uit het gedrag van Cham, de vader van Kanaän tijdens de dronkenschap van Noach en tijdens de torenbouw van Babel. De mensheid moet over de hele aarde worden verspreid. Elk volk met eigen taal en godsdienst. God laat die volken aan hun lot over onder bestuur van afgoden (= satanische machten) en/of koningen die zich zonen van goden wanen. Alles moet daarna meewerken aan de komst van Zijn ZOON, geboren in Bethlehem. Daartoe wordt Abraham uitgekozen om naar Kanaän te vertrekken en via Izak, Jacob, Juda en Davids geslacht voor eeuwig koning te worden over alle volken door plaats te nemen in de hemeltroon aan Gods rechterhand. Daar zal Hij de boekrol van de wereldgeschiedenis openen en de volkerenwereld besturen totdat Hij terug komt. Dan daalt het Nieuwe Jeruzalem neer op aarde en herschept Hij de nieuwe aarde waarop alles gerechtigheid, liefde en vrede ademt nadat het Laatste Oordeel voltrokken is.

De weg daar naar toe is erg lang. Steeds weer blijkt de waarheid van Gen. 6:5 "De HEERE zag dat de mensen op aarde slecht waren; alles wat ze uitdachten was even slecht. Tijdens de torenbouw van Babel (dit blijkt een activiteit van de mens tot aan de jongste dag; zie daarvoor het boek Openbaringen) besluit God om de spraak tussen mensen te verwarren. Daarom zijn wereldtalen als Engels, Spaans, Chinees, Russisch, Arabisch, Lingala etc. etc. niet tot elkaar te herleiden!

Ondanks alle pogingen daartoe!

Binnen het nageslacht van Abraham, de vader van alle gelovigen, blijkt steeds weer de afkeer van God en Gods weg ten leven. De broers verkopen Jozef; Gods profeet. De rechters t/m Samuel moeten het volk steeds weer terug brengen naar Gods weg. Vele koningen uit het koningshuis van David worden door profeten terug geroepen naar die rechte weg. Ze mogen ook de komst van de Redder en Verlosser, de gezalfde van de HEERE, aankondigen. Het echte LICHT breekt door! Pas nadat Gods volk in ballingschap is gegaan. De veroordeling van de Messias grijpt plaats door het hele Joodse volk bij monde van het Sanhedrin samen met alle heidenvolken bij monde van Pilatus en de spottende Romeinse soldaten. Terwijl alle discipelen gevlucht zijn.

De afkeer van Gods levensweg door Jezus Christus komt tijdens de kerkgeschiedenis ook steeds weer tot leven. Alle mogelijke vormen van dwaalleer steken de kop op. Bekende voorbeelden:

- wettiicisme; het doen goede werken helpen om gered te worden,

- gnosticisme; elk mens is goddelijk in de kern,

- liberalisme, de mens kan zelf bepalen wat goed of kwaad is,

- kluizenaarsbestaan en kloosterleven; los komen van de "wereld" helpt om
  dichter bij God leven 

- hiërarchie (priesterregering) is noodzakelijk voor een goed kerkbestuur,

- "geestelijken" vormen een aparte positie binnen de kerk,

- orthodoxie; de kerk moet de goede liturgie (lofprijzing) vertonen,
- traditie als kenbron naast de Bijbel van de waarheid,

- romantiek; het gevoelsleven bepaalt de mate van vroomheid,

- de "kerk" is de verzameling van alle kerken en christelijke
  stromingen  wereldwijd,

- leidinggevende ambtsdragers kunnen zowel mannen als vrouwen zijn,

- de kerk moet inclusief zijn, d.w.z. ze moet bereid zijn om allerlei vormen van 
  menselijk samenleven te  accepteren.

Het eenmalige van alle grote heilsfeiten wordt regelmatig ter discussie gesteld. Christus' opstanding uit de dood dient te worden gevolgd door opstanding uit de dood van gelovigen nu. De uitstorting van de heilige Geest op Pinsteren dient te worden herhaald in de gemeente nu. De bediening van de doop aan de kinderen van gelovigen in de kerk moet eventueel worden herhaald na het doen van belijdenis van geloof door volwassenen. De eerste wederkomst van Jezus Christus zal worden gevolgd door het 'duizendjarige rijk' en de 'grote verdrukking'  en gevolgd door een tweede wederkomst.

Grote strijdvragen in de kerk werden tot een voorlopige oplossing gebracht.

1. Tijdens de eerste drie eeuwen van de kerkgeschiedenis toen het vooral ging over de vrije wil (het zelf kunnen kiezen voor het geloof in Jezus Christus) en de twee naturen van Christus als één Persoon. 

2.  Tijdens de toenemende macht van de bisschop van Rome (de latere pausen) vanaf de vierde eeuw werden vele leerstukken vastgelegd waarvoor geen bijbelse onderbouwing bestond. Bekend zijn de leer van de verdienstelijkheid van goede werken, de kerkelijke hiërarchie, de transsubstantiatie, het vagevuur, de heiligenverering met hun relikwieën, de Mariaverering en Maria-Hemelvaart enz.

Reformatoren als Luther, Calvijn en vele anderen kwamen op al deze punten tot  nieuwe bijbelse inzichten.

3. Na de kerkreformaties in vele landen ontstonden nieuwe strijdvragen rond vooral de leer van de uitverkiezing en Doperse dwalingen. Beide strijdvragen hingen met elkaar samen als het ging over de vrije wil. Orthodoxe protestantse kerken verabsoluteerden de leer van de uitverkiezing en de Doperse richtingen (samen met de latere Evangelische stromingen en Pinkstergemeenten) verabsoluteerden het werk van de heilige Geest. Gereformeerde kerken wilden verder in het ruimhartige spoor van de Dordtse Leerregels. Dit voorkwam niet het ontstaan van nieuwe geschilpunten rond verbond en doop. De zgn. "veronderstelde wedergeboorte-leer" van Abraham Kuyper kreeg grote invloed. Hierin ging het opnieuw over het werk van de heilige Geest in samenhang met de leer van de uitverkiezing.

4. De oecumenische beweging na de tweede wereldoorlog met o.a de Wereldraad van Kerken probeerde samen met de Rooms-Katholieke kerk en de Oosters Orthodoxe kerken tot een oplossing te komen van alle geschil- en strijdpunten. Tot op zekere hoogte schijnt dit goede voortgang te maken. Ook onder Gereformeerden en Evangelische- en Pinksterstromingen. De Reformatorische (orthodoxe) kerken zoals de Gereformeerde Bond e.a. houden zich echter nogal afzijdig. 

Kerken  die echt bijbels-gereformeerd willen blijven verzetten zich tegen deze ontwikkelingen.