8.1 Wat is een bijbels-georiënteerde geologie?
Wetenschap berust op waarneming en onderzoek van bronnen. Bronnen kunnen zijn:
- geschriften, inscripties, afbeeldingen enz., enz.; afkomstig van mensen
- huizen, steden, apparaten, machines
- landen, volken, culturen
- levende organismen
- landschapselementen als zeeën, kusten, rivieren, gebergten, vulkanen enz.
- fossiele organismen
- aardlagen en hun samenstelling
- hemellichamen zoals zon, maan, sterren, planeten ........
Door mensen gerealiseerde bronnen bezitten altijd een historische component. Omdat deze bronnen altijd ontwikkelt worden in de loop van de tijd. De tijd drukt daarop haar stempel zou je kunnen zeggen.
In de natuurwetenschap speelt naast waarneming het experiment een grote rol. Experimenten die herhaalbaar moeten zijn. Zonder die herhaalbaarheid is er geen sprake van algemene geldigheid.
Het bijzondere van de geologie als vakwetenschap is nu dat waarneming (en onderzoek) altijd gepaard gaat met een tijdsbepaling. Wanneer is deze aardlaag ontstaan? wanneer zijn de fossiele overblijfselen van organismen daarin bewaard?
Welke veranderingen zijn er na de fossilisatie alsnog opgetreden? Zijn er aardlagen verplaatst of verdwenen? Hebben overstromingen, aardbevingen, vulkaanuitbarstingen of gebergtevorming een dwingende invloed gehad?
Vanaf het allereerste begin hebben geologen vele voorspellingen gedaan over de ouderdom van hun bevindingen.
Interessant om hierover een boek over de geschiedenis van de geologie te lezen. Dan zal blijken dat er sinds de grote natuuronderzoekers Lyell en Darwin zich op dit punt grote veranderingen hebben voorgedaan. Veranderingen die verband hielden met het gegeven dat deze natuurvorsers het bijbelse oriëntatiepunt t.a.v. de betrouwbaarheid van de Godsopenbaring hadden losgelaten.
Heel opmerkelijk is daarbij dat Lyell het uniformitarisme als uitgangspunt beleed en Darwin binnen dat vooroordeel de groei van zijn levensboom inpaste. Beide vooroordelen, die weinig of niets te maken hebben met wetenschappelijk denken of met onbelemmerde waarneming, pasten als een dekseltje op een busje. Ze verkregen daardoor als vanzelfsprekend een krans van ware wetenschap. Intussen mag dan de gedachte van Lyell bijna volledig weersproken zijn door de feiten (zoals verderop zal blijken) maar de boom van Darwin groeit en bloeit lustig voort. Biologen die daar anders over denken worden veelal weggeschoven als de laatste ongelovigen. Merkwaardig hoe theologen daar vaak een partijtje in meeblazen terwijl ze toch niet altijd blijk geven van voldoende kennis van de biologie als vak noch van geologische kennis. Of is het hun gemakzucht om maar bij voorbaat te stellen dat de ideeën van evolutiebiologen en dito geologen niet in strijd met Gods Openbaring kunnen zijn omdat zowel schepping als openbaring door dezelfde God gegeven zijn.
Een andere reden om elk gesprek hieromtrent bij voorbaat dood te slaan: het maakt voor je geloof in Jezus niets uit hoe je denkt over het ontstaan van de kosmos, de aarde en al haar levende wezens. Als je maar weet dat God van je houdt; altijd!
Maar waarom nu bijbels-georiënteerde geologie?
Omdat het christelijke geloof in Gods openbaring voorafgaat aan elke wetenschap. Dus ook aan de geologie.
Geen enkele (natuur)wetenschap kan los van het christelijke geloof echt functioneren. Het wordt dan een onsamenhangend corpus van losse uiteinden die het verband met elkaar verliezen en averechts gaan functioneren.
- De tijd wordt een losgeslagen en oeverloos begrip doordat betrouwbare tijdsbepalingen onmogelijk zijn. De radioactieve
tijdsbepalingen zijn onbetrouwbaar omdat begin- en eindsituaties niet vastliggen,
- veronderstellingen rond klimatologische omstandigheden in vroeger tijdens blijken vaak omstreden,
- de snelheden van grootse geologische processen als continent-verschuivingen zijn altijd onbepaald. Dit in samenhang met
aardbevingen, vulkaanuitbarstingen, gebergtevorming, afzettingslagen en erosie,
- de verdeling van fossielen over de werelddelen is in soorten en aantallen heel opmerkelijk en vaak onverklaarbaar,
- het bestaan van enorme voorraden aan olie, gas en steenkool tezamen met de gigantische zoutlagen zijn volslagen
onbegrijpelijk,
- de ontwikkeling van bouwplannen die voorkomen bij planten en dieren vanuit elkaar zijn volledig onverklaarbaar en
onbewijsbaar,
- een menselijk wezen met al zijn/haar capaciteiten en mogelijkheden laten ontstaan vanuit een dierlijk wezen behoort tot de
onmogelijkheden.
- de algehele samenhang tussen (virussen) - bacteriën - schimmels - eencelligen - insecten - wormen - planten - dieren en
mensen is vanuit de evolutieleer onbegrijpelijk.
Een vergelijkbaar relaas omtrent andere wetenschappen zou kunnen worden opgesteld. Denk aan psychologie, rechten, ethiek, politicologie, filosofie etc. etc.
Ook de toegepaste wetenschappen als b.v. techniek, medicijnen, landbouw en bestuur gaan functioneren als losgeslagen ijsschotsen die elkaar willen overrulen en dwarszitten. En daardoor ons bestaanszekerheid ontnemen.
Conclusie: zonder geloof in Gods Openbaring kan geen mens, geen bedrijf en geen (toegepaste) wetenschap ten goede functioneren. Omdat wij in alles van Gods goedheid afhankelijk zijn.
Dit betekent niet dat wij de Bijbel moeten beschouwen als bron naast andere bronnen. De Bijbel als onfeilbare en betrouwbare Godsopenbaring is als de hemelkoepel boven alle menselijk bestaan en denken. Ze wil heel ons hart beheersen; ons hart als beheersend uitgangspunt van liefde, gevoelens, denken en doen.
In Rom. 10:8 en 9 lezen we: het Woord is dicht bij u, in uw mond en in uw hart en uw hart gelooft dat God Hem (Jezus) uit de dood heeft opgewekt ..... Het hart van een mensenkind wordt vanaf het prille begin gevormd vanuit de veilige baarmoederperiode via het opgroeien als baby, kleuter, peuter, schoolkind, puberleeftijd met ervaringen van verliefdheden en interesses, beroepskeuzes en huwelijkskeuze, vader- en moederschap, grootouderschap en veroudering tot de dood volgt.
Honderden teksten in de Bijbel verwijzen naar hartelijk samenleven met God en Zijn Zoon door de heilige Geest en hartelijk (liefdevol) samenleven met medemensen. Echt, betrouwbaar liefhebben komt altijd op vanuit het hart. Evenals trouwens diepgaand verzet, opstandigheid en haatdragendheid. Dit als onderscheid tussen een vlezen hart en een stenen hart.
De hartelijke houding, interesse en bekwaamheid bepaalt eveneens de verhouding tot een bepaalde wetenschapsrichting en de verhouding met vakgenoten en studenten. Een jong mens heeft meestal voordat hij/zij aan de studie begint z'n keuzes vanuit haar/zijn hart gemaakt vanuit zijn/haar geloof t.a.v. basale uitgangspunten voor een studiegebied of toepassing daarvan. Deze keuzes (levensvisies) betreffen b.v.
- Is God de schepper van mij en alle levende wezens om mij heen?
- verlost God mij en de wereld door Zijn Zoon Jezus Christus?
- is de Bijbel Gods echte Woordopenbaring waardoor ik Zijn WOORD (Jezus) kan leren kennen?
- is menselijke waarneming via de zintuigen, ook in experimentele situaties, betrouwbaar?
- zijn menselijke (wetenschappelijke) boeken en geschriften toetsbaar op betrouwbaarheid?
- welke ethische normen zijn voor mij waardevol en echt?
b.v. trouw in het huwelijk, het leven van (ongeboren) kinderen, bescherming van mensenleven tot aan de dood, eerlijkheid
t.o.v. alle mensen enz.
Concreet t.a.v. de biologische en geologische wetenschappen betekent dit dat de Bijbel in alle opzichten waar is. Deze wetenschappen kunnen daarom nooit aantonen dat:
- de schepping van aarde, hemel en kosmos een mythologisch verhaal is; een godenverhaal bedacht om de wereld voor
mensen enigszins begrijpelijk te maken,
- de "dagen" in het scheppingsverhaal een bepaalde lengte hadden of nauwkeurig omschrijven wat er door God gedaan werd,
- de mensheid niet uit Adam en Eva ontstonden die leefden in het Paradijs (de hof van Eden),
- de eerste mensen niet in de diepe afgrond van zonde gevallen zijn omdat ze als God wilden zijn,
- de aarde als gevolg van grenzeloze toename van boosheid en geweld door de mensen door God niet is schoongewassen in
de zondvloed,
- de aarde en de volken niet herhaaldelijk zijn getroffen door uitingen van Gods toorn.
Opm.: de creationistische zienswijze plaatst geloof (o.a. in de geschiedenis van de zondvloed) tegenover of naast de wetenschappen. Daardoor vertroebelen beide. Eigen wetenschappelijke gedachtecomplexen worden daardoor op een te hoog niveau gezet en bijbelse gegevens verlaagd tot wetenschappelijk aantoonbare gedachtesystemen. Dit gebeurt zowel t.a.v. Gen. 1 als Gen. 6-8. Diverse nogal ongrijpbare begrippen worden soms gehanteerd zoals een tussenperiode tussen de schepping van hemel en aarde, de lengte van de scheppingsdagen, de door God geschapen 'baramin', de leefsituatie van dieren en planten in het Paradijs, ingrijpende gebeurtenissen voor, tijdens of na de zondvloed enz.
Creationisme is daarmee een echt -isme; een verabsolutering van een menselijk denksysteem. Dit levert veel verwarring op in de meningsvorming van gelovige christenen en ongelovigen in vele toonsoorten.
Wel is het van groot belang om de op wetenschappelijke wijze onderzochte en gepubliceerde gegevens te verwerken in een verhaal over bijbels georiënteerde geologie en biologie. De website van Logos biedt hieromtrent veel materiaal. Maar een verantwoorde selectie daarbinnen is wel een erg moeilijke opgave. Met als kernvraag: Wat is echte wetenschappelijk verantwoord.
De Bijbel geeft geen rechtstreekse antwoorden op wetenschappelijke vragen. Dit geldt zowel voor historische, juridische, natuurwetenschappelijke en geologische vragen. Theologische vragen vormen een geheel afzonderlijk hoofdstuk omdat de theologie de Bijbel als voornaamste kenbron heeft.
Theologen verwerken wel de resultaten van andere wetenschappen (samen met talloze waarnemings- en levenservaringen van mensen) in hun wettenschappelijk denken en publiceren.