Mijn uitgangsstelling is: De wijze van ontstaan van iets dat door God geschapen is, is niet toegankelijk is voor wetenschappelijk onderzoek.
Als toelichting op boven weergegeven stelling:
1. Licht. Licht is een elektromagnetische straling of deeltje die zich voortbeweegt met een snelheid van 300.000 km per sec. In 1 sec. ruim 7 keer rond de aardbol. Het blijft een fundamentele vraag of de lichtsnelheid in vacuùm een absolute constante is. Volgens de oerknalfantasie (zonder enig natuurwetenschappelijk bewijs) ontstonden er binnen enkele miljardsten van seconden variaties in de losgebroken energie en botsingen tussen klonteringen van deeltjes. Ergens ontstonden toen de eerste lichtdeeltjes (fotonen).
2. Het waterstofatoom H+. Dit komt alleen in de interstellaire ruimte voor. In de aardatmosfeer voegen 2 atomen H+ zich samen tot H2-moleculen. Een dergelijk molecuul bestaat uit 2 protonen en 2 elektronen.
Een proton bestaat uit de elementaire deeltjes 2 up quarks (met lading 2/3 e) en 1 down quark (met lading -1/3 e). 99% van de massa van de 3 quarks wordt gebruikt voor hun kinetische energie en voor de krachtvelden tussen de quarks (de gluonen)
Belangrijke vraag is of de quarks op hun beurt weer bestaan uit preonen. Hiervoor is nog geen bewijs geleverd. Naast de hieronder weergegeven deeltjes worden nog diverse andere onderscheiden.

bron Wikipedia.
Er zijn nog steeds natuurkundigen die ernstig twijfelen aan het boven weergegeven model omdat ze niet of moeilijk in overeenstemming te brengen is met de relativiteitstheorie van Einstein.
Grote vraag blijft hoe deze deeltjes samen een geordend en perfekt met elkaar samenwerkend geheel vormen. Kunnen ze uit elkaar zijn ontstaan? Of waren ze er door een natuurwonder opeens allemaal tegelijk? Kunnen deze deeltjes los van elkaar afzonderlijk bestaan? Zie verder zie H. 3.2
Dorine Schenk noemt de neutrino's in haar boekje in de Pocket Science 'spookdeeltjes'.
Alleen al door je duim vliegen elke sec. 100 miljard neutrino's. Ze komen vrij bij kernreacties in de zon en in kernreactoren op aarde. Ze komen ook vrij als sterren botsen en als ze eindigen in een superexplosie. We stralen zelf neutrino's uit dankzij radioactief verval van Ka en Ca. De massa van een neutrino werd zo nauwkeurig mogelijk bepaald in een instrument van 23 m. lang, 10 m. breed en 200 ton zwaar. Ze bleek een gewicht van één miljoenste van een e-; niet zwaarder dan 0,12 elektronvolt (eV). Dat is het onvoorstelbare kleine getal van 2x10(-37). oftewel een 1 met 37 nullen. Om neutrino's op te sporen werd gebruik gemaakt van b.v
- een vat met 50.000 ton water 1 km. onder de grond (in Japan)
- honderden meters KM3NeT-lijnen in de Middellandse Zee
- 378.000 liter schoonmaakmiddel in een mijn in South Dakota op 1475m. diepte.
Bij botsingen van een neutrino op een elektron (e-) vliegt het e- met grote snelheid weg;
bij botsing op een neutron verandert het neutron in een proton + een e-'
Pionen zijn de overbrengers van de sterke kernkracht. Ze vallen bijna onmiddellijk uiteen in een muon en een neutrino.
Om onopgeloste vragen rond het 'stanaardmodel' op te lossen is de snaartheorie bedacht.
De snaartheorie verenigt de algemene relativiteitstheorie en de kwantummechanica. Ze probeert de 4 fundamentele natuurkrachten (de elektromagnetische kracht, de sterke en zwakke kernkracht en de zwaartekracht) in 1 theorie onder te brengen. Ze gaat er vanuit dat de deeltjes op zeer kleine schaal trillende snaartjes zijn. In dit model komt er een extra deeltje bij: het graviton. En: er moeten meer dan 3 ruimtelijke dimensies zijn, nl. minstens 9. Als de theorie wordt opgelost kan het geheel van al het bestaande met 1 formule worden beschreven. Kunnen de gekste dromen hiermee werkelijkheid worden?
Zoals b.v teleportatie, tijdreizen, wormholes en door muren lopen?
3. Alle elementen waaruit zowel de aardbol, de levende wezens en de sterren en planeten bestaan zijn door natuurwetenschappers samengebracht in een prachtig, harmonieus periodiek systeem.

Bron Wikipedia
De gedachte dat een dergelijk harmonieus geordend geheel van elementen zou kunnen ontstaan via ongeordende botsingen van energieklompjes is een heel merkwaardige. Geen enkel natuurwetenschappelijk bewijs is mij daarvoor bekend. Bedenk daarbij nog de mogelijkheden van vele elementen om licht te kunnen absorberen en reflekteren (daardoor ze materialen kleur verlenen; een absolute voorwaarde voor het leven en samenleven van levende organismen). Nog wonderlijker zijn alle verbindingen tussen elementen die vereist zijn om de vele moleculen te vormen waaruit zowel de anorganische als de organische wereld bestaan. En zonde afstemming van de anorganische wereld op die van de levende wezens is de levende wereld ondenkbaar!
Zie voor uitvoerige bespreking de samenvatting van het boekje van Markus Widemeyer in H. 3.2
4. Voor het ontstaan en voortbestaan van de gecompliceerde organische moleculen (vanuit CO2 , suikers, zetmeel, cellulose, vetten, aminozuren, eiwitten, enzymen, nucleïnezuren, DNA, RNA enz. enz.) is een nog niet bestaand denkkader vereist. De processen die plaats vinden zoals verbranding, koolstofassimilatie, eiwitsynthese en de bijbehorende bouw van celonderdelen en -structuren zijn via toevallig ontstaan en op elkaar ingrijpen volldig onvoorstelbaar. Alles moet zowel in tijd en op plaats van bestemming perfekt op elkaar zijn afgesteld.
Zie verder H.5.1 B, D, G en I
Elk botje, bloedvaaatje, spiertje, kliertje, haartje, weefseltje enz. moet perfekt harmoniëren met alle andere. En functioneel met elkaar samenwerken.
En dat zowel bij de ontwikkeling vanuit 1 cel (vaak een bevruchte eicel) als de hele verdere ontwikkeling van het organisme. Bedenk daarbij ook de bijne oneindige variatie in voortplantingsprocessen en -technieken.
5. Fossielen in de aardlagen kunnen geen bewijs leveren voor het ontstaan van een organisme. Ze zijn nu eenmaal dood. Alleen de fantasie kan evolutionaire verbindingen leggen tussen de miljoenen uitgestorven organismen. De fantasie werkt probleemloos. Ze accepteert ook geen tegenbewijs. Tegenbewijs is bovendien niet te leveren. Fossielen in op elkaar gestapelde aardlagen voegt geen bewijskracht toe. Omdat de volgorde van aardlagen vaak onzeker is vanwege gewelddadige processen (vulkanisme, orogenese, aardbevingen, vloedgolven, overstromingen, continentverschuivingen enz.) en omdat opeenvolging van (verwante) organismen geen wetenschappelijk bewijs is voor het ontstaan vanuit elkaar.
Zie verder H.6.4 en 6.6
Voor de Cladistiek zie H. 5.1, 5.4 en H. 7.6
6. De evolutie van de grote groepen organismen (hoofdafdelingen, klassen, orden, families en geslachten) van zowel schimmels, planten en dieren is onwaarschijnlijk en volledig onbewezen!
Denk b.v. aan het ontstaan van insekten (vlinders, libellen, vliegen, kevers, sprinkhanen etc.) vleermuizen, mollen, zeehonden, walvissen, paarden, giraffes, panters, kangoeroes etc.
Zie hiervoor H. 6.3 en ook boekbespreking V (Richard Dawkins en Yan Wong) de Recapitulatie.
Mossen, varens en zaadplanten kunnen evenmin door toevallige en heel geleidelijke processen ontstaan.
Zie hiervoor H. 6.2
Zelfs binnen de families van bedektzadigen is een evolutiereeks niet op te stellen.
Het welbekende boek Wilde bloemen van de wereld door Dr. B.D. Morley (1970 uitg. Elsevier) beschrijft 16 fundamentele en afgeleide kenmerken van zaadplantenfamilies. Daarbij wordt als kernbegrip de nietzeggende term 'primitiever' gebruikt voor alle kenmerken. De Angiospermen kunnen volgens de schrijvers worden gerangschikt in een systeem dat grofweg de evolutionaire verwantschap tussen de verschillende groepen weersdpiegelt. Dit wordt verderop wel enorm gerelativeerd door de opmerkingen:
- sommige families hebben een onbekende oorsrong
- sommige families nemen een intermediaire plaats in tussen andere
- sommige families zijn verwant met een heel netwerk van andere families
- sommige families hebben geen duidelijke verwanten.
Bijna grappig is om dan te vernemen dat de 4 bovengnoemde situaties enorme aantallen families betreft.
Een duidelijk v.b.: Fagaceae, Corylaceae en Betulaceae worden door soommige botanici behandelt als zeer primitief vanwege het ontbreken van grotere, kleuriger bloemdelen met honingklieren. Dit alles vanwege windbestuiving. "In het algemeen is men echter eerder van mening dat ze hoog ontwikkeld zijn .......". Aldus de schrijvers.
Van eminent belang is het verschil tussen ontstaan en voortbestaan. Het ontstaan van (gron)stoffen, hemellichamen, levende cellen, organismen, creaties van dieren en mensen zijn niet toegankelijk voor wetenschappelijk onderzoek. Het voortbestaan van voorwerpen (schepselen), dierlijke constructies en menselijke apparaten en kunstwerken staan open voor alle wetenschappelijk onderzoek.
7. De gedachte aan het ontstaan van de aarde vanuit een vuurbal in de ruimte is volledig in strijd met de Openbaring van de HEER God zelf in Gen. 1. De nieuw geschapen aarde was omgeven met een grote watermantel waarover Gods Geest zweefde.
De huidige geologie leert dat de afkoelende aardbol vele landgebieden (b.v. Columbia en Rodinia) deed ontstaan die zich door botsingen en herhaald uiteengaan uiteindelijk samenkwamen in Pangea.

bron Wikipedia.
Ik vermoed dat Pangea de situatie zou kunnen weergeven zoals die tijdens en na de schepping in 6 "dagen" zoals verteld in Gen.1 was gerealiseerd.
Zie verder H.8.2
In de noordelijke gebieden van Pangea overheersten grote naaldwouden, in de zuidelijke gebieden de Glossopteris Bossen.

bron Wikipedia.
Heel Antarctica was omring door de Glossopteriswouden. Heel het wereldrijk Pangea had een min of meer gematigd klimaat. Dankzij zeestromingen rondom de toenmalige aardbol. Toen de landdelen uiteen schoven ontstonden de huidige werelddelen. Sommige "continenten" (b.v. Australië en India) verhuisden naar andere gebieden. Deze continentverschuivingen gingen gepaard met orogeneseprocessen. Tijdens deze processen vonden vele, soms gigantische vulkaanuitbarstingen plaats. Gecombineerd met aardbevingen overstromingen en tsunami's. Tevens vele omkeringen van het aardmagnetisch veld.
Zie verder H.7.6
Dankzij deze gebeurtenissen vonden regelmatig extinctieperioden plaats. Daarbij stierven soms tot 90% van al de organismen uit. Het mag duidelijk zijn dat al deze processen rond de huidige continentvorming volledig in strijd zijn met het ons geopenbaarde scheppingsgebeuren in Gen. 1
God rustte van Zijn arbeid en alles was zeer goed.
We moeten ons bovendien realiseren dat het evolutionair ontstaan van een geestelijk levend organisme (met zelfbewustzijn, taal, humor, geloof, hoop en liefde of haatdragendheid) vanuit het dierenrijk absoluut onmogelijk is.