Het boek van Rolie Barth: De kosmos en het leven, een Meesterwerk.

Uitg. Buijten en Schipperheijn. 2021

 

In dit boek pleit de schrijver voor voor een herziene evolutietheorie die meer nadruk legt op een planmatige en daarom doelgericht verlopen evolutieproces. Hij zoekt daarbij naar een natuurlijke verbinding tussen geloof en natuurwetenschap. Aldus de ondertitel van het boek.

Het is een verfrissend boek geworden waarin elke geïnteresseerde lezer zeer veel kan vinden over bouw en functioneren van levende wezens. De welhaast onbegrijpelijke samenhang tussen DNA, RNA's, eiwitsynthese, andere biomoleculaire processen samen met de ongelofelijk ingewikkelde structuren van levende cellen worden op een heldere, doordachte manier uit de doeken gedaan. Met vele prachtige illustraties.

De schrijver komt door zijn doelstelling dichter in de buurt van de zgn. 'Intelligent design'. Uit de titel van zijn boek blijkt meteen dat hij overtuigd is van God als Schepper van het al. Het geloof in God die verlossend is opgetreden op aarde door de komst van Jezus Christus werkt hij verder uit in samenhang met de acceptatie van de evolutiehypothese. Toch verwerpt hij met grote stelligheid de opvattingen van verdedigers van het 'intelligent ontwerp'.

Hij is van mening dat "de geleidelijke ontwikkeling van de kosmos en het leven op aarde nog veel duidelijker de wijsheid van de Schepper onthult dan een letterlijke interpretatie van het scheppingsverhaal, waarin alles binnen 1 week gemaakt werd".

 

[Dit beschouw ik zelf als een eigenaardige gedachte die vaak met allerlei varianten geuit wordt door Christenen die de evolutietheorie willen verdedigen. Vaak genoemd theïstische evolutionisten. Het wonderlijke daarvan is gelegen in het feit dat men meent dat door mensen (hoe geleerd ook) geformuleerde wetenschap Gods wijze van werken kan verwoorden. Hoe mooi en vroom het ook klinkt, het haalt Gods grootheid, die blijkt uit Zijn werken, onderuit omdat Zijn doen voor ons verstand (en gevoel) niet te bevatten zijn]. 

 

Schepping en/of evolutie zijn te omschrijven met een bouwmetafoor. 

De kosmos vertoont een wetmatige basisstructuur.

De natuurwetten vormen daarbij a.h.w. een kaart die het landschap van die basisstructuur weergeeft.

Deze wetten zijn dus geen zelfstandig werkende grootheden die de wereld en de organismen besturen.

Ze vatten slechts samen hoe processen verlopen en kunnen vaak in wiskundige formules worden weergegeven.

De biologische zelforganisatie heeft een wetmatig karakter. Dan is dit ook te verwachten voor evolutionaire processen.

Voor de bouw van de gewone materie zijn er 3 hoofdrolspelers: elektronen, protonen en neutronen.

Daartussen blijken 4 fundamentele interacties te bestaan:

1. de zwaartekracht

2. de elektromagnetische wisselwerking tussen b.v. protonen en neutronen

3. de sterke kernkracht die protonen bij elkaar houdt

4. de zwakke kernkracht die een proton in een neutron kan veranderen.

    Ze is dus transformerend.

 

De verhouding tussen de afstotende elektrostatische kracht en de zwaartekracht bedraagt 1.2x 10(36) . Een niet te bevatten getal met 36 nullen.

Sterren kunnen ontstaan door de werking van de zwaartekracht op deeltjes die, als de massa groot genoeg wordt, kernfusie teweeg kunnen brengen waarbij He ontstaat uit waterstof.

Barth denkt bij het scheppend spreken van God aan 3 mogelijke gebeurtenissen:

- God schept het prille heelal zonder gebruik te maken van iets dat al bestond

- God brengt dingen tot stand door natuurlijke oorzaken die beantwoorden

   aan de wetmatige basisstructuur

- God spreekt soms door geïntensiveerde interactie waarbij Hij bijzondere

   aandacht geeft aan iets of iemand.

Er is ook sprake van een voortdurende interactie tussen God en het geschapenen. Gods onderhouding en regering. Hebr.1 zegt dat God de wereld draagt door het WOORD van Zijn kracht, d.i. Zijn Zoon.

 

Ik ben van mening dat alle drie bovengenoemde wijzen van spreken door God waar kunnen zijn. De weloude omschrijving van scheppen als iets maken uit niets of toebereiden van aanwezige stof  is hiermee  in overeenstemming. God schiep volgens Gen. 1 planten, dieren en mensen uit stof van de aardbodem. Dat kan ook betekenen dat God eerder geschapen organismen gebruikte voor het doen ontstaan van daarop volgende. Maar dit laatste is geen evolutieproces door 'survival of the fittist in the struggle for live' !

De Bijbel staat vol van het spreken van God tot iets (b.v. de bijl die ging drijven, bergen en rivieren, wolken en aardlagen) of iemand (de profeten).

 

Rolie Barth schrijft verderop dat we God a.h.w. horen spreken alsof iets van Gods denken belichaamd is in de wetmatige basisstructuur, het fundament van de kosmos. Het lijkt een vorm van incarnatie.

We zullen verderop zien dat de wetmatige basisstructuur een welhaast bovennatuurlijke rol gaat spelen in het boek van Barth. Hij stelt zich wel bescheiden op: "de handelingsruimte van God kunnen we niet kennen. Het heelal ligt open voor God. Gods spreken bij de schepping is uiting van vooraf gekozen betrokkenheid en creatieve improvisatie".

 

De Kwantumfysica is nog steeds in ontwikkeling. De 'deeltjesdierentuin' is een bevattelijk en prima inleiding daarop voor de niet-wiskundige leek! Het begrip kwantumtoeval is daarvan een essentieel onderdeel. Dit begrip wijst op een wereld van indeterminisme. Dit toeval biedt enorme ontwikkelingsmogelijkheden van atomen en moleculen die gerealiseerd zijn in het DNA, de RNA's, de  eiwitten en duizenden andere organische bouwstoffen van de levende wezens.

De vaak onbegrijpelijke wereld van de wiskundige bewerkingen van de relativiteitstheorie en de kwantumfysica zijn eerst gedefinieerd in gewone taal. Wiskundige taal is alleen logischer en nauwkeuriger. Ze openbaart ten diepste geen nieuwe dingen. Afgezien van directe gemoedsuitdrukkingen is vrijwel al het menselijk handelen gebaseerd op taal. Taal heeft een verwijzend, vergelijkend of vormgevend karakter. Natuurwetenschappen ontwerpen langs die weg modellen voor het begrijpen van de werkelijkheid.

Rolie Barth heeft zich vrij intensief bezig gehouden met de structuur van sneeuwkristallen. Ze zijn uniek en gecomponeerd vanuit een samenspel van wetmatigheid en toevalsprocessen. Hetzelfde geldt z.i. voor bijna alle processen in de natuur. Barth past het principe voor het ontstaan van sneeuwkristallen toe op b.v. het ontstaan van zandribbels op het strand, zwarte strepen bij zebra's en vele structuren bij bloemen en bladeren bij planten.

Verderop in het boek bespreekt Barth deze verschijnselen uitvoeriger. Bij het ontstaan van zandribbels blijkt het principe van zelforganisatie. Daarvoor is nodig:

- beweging van de deeltjes

- interactie tussen de deeltjes

- circulaire causaliteit met een zelfversterkend effect

  via een activator en een inhibitor die elkaar oproepen

- een remmend effect op grotere afstand.

Dit zelfordenend vermogen zien we ook bij actinevezels (in cellen en in spieren) die zich organiseren in ring- en stervormige structuren. De spiraalvormen van sterrenstelsels vertonen eveneens dit vermogen. We zien het terug in landschapspatronen in de Sahel en in vertakkende structuren in longen, bloedvaten en andere organen. Deze hebben vaak de vorm van een fractal; zich eindeloos herhalende patronen. Als v.b. de groente Brocoli romanesco.

Kortom: het heelal heeft een zelfordenend vermogen. Dat vermogen vloeit voort uit 3 van de 5 basisingrediënten: de eigenschappen van de kleinste deeltjes, de interacties tussen die deeltjes en het wetmatig karakter daarvan.

De wetmatige basisstructuur functioneert als een generatief programma. Het is de motor van alle evolutie in het heelal.

God schiep ontwikkelingsmogelijkheden, waarmee Hij het universum een grote mate van zelfstandigheid en speelruimte gaf.

Voor de bouw van de kosmos en al het leven daarin gelden wel specifieke programma's zoals:

- het proces van kernfusie bij ong. 4 miljoen graden C

- het bestaan van waterstofbruggen

- het aanwezig zijn van vooral C met daarbij O, H, S, N en P

- een sterke kernkracht die vrij nauw omschreven moet zijn.

 

[verdere voorwaarden voor (voort)bestaan van leven heb ik besproken in de pg. 'wetenschap' a.d.h. van het boekje van Markus Windemeyer 'Das geplante Univeresum'[ ; uitg. Wort und Wissen. Zie de website www.wortundwissen.de].

 

De kosmische geschiedenis is voorgeprogrammeerd door de combinatie van de 5 basisingrediënten (de wetmatige basisstructuur, de fundamentele deeltjes, de natuurkrachten, ruimtetijd en toeval) en uitdijing van het heelal. 

 

In hfdst. 10 bespreekt Barth de schepping zoals verteld in Gen. 1.

"De tekst wil niet vertellen hoe God alles gemaakt heeft, maar vooral met welke bedoeling". 

 

[Het eerste deel van deze zin is volkomen waar. God vertelt nergens in de Bijbel en evenmin door de profeten of de Here Jezus hoe Hij iets doet. Dit is voor ons ontoegankelijk. Het tweede deel van de zin zegt echter veel te weinig. Er is ook een orde en een volgorde!]

 

Heel terecht wijst de schrijver er op dat Gen.2:4a het begin aangeeft van de menselijke geschiedenis en geen afsluiting is van het voorgaande. Er volgt daarom ook geen tweede scheppingsverhaal. Het is een scharniertekst.

De zevende dag is niet bedoeld om uit te rusten, maar om het regeringswerk voort te zetten.  Gods zetel is Zijn rustplaats. Waartoe Hij ook zijn kinderen uitnodigt (zie het bijbelboek Hebr.).

Barth belijdt dat "het spreken over God als Schepper van de wereld het geloofsgetuigenis is dat de grote Bouwmeester voortdurend betrokken is bij de wereld". Als eigenaar, bron van creativiteit met Zijn Woord van kracht en trouw aan Zijn werk.

Merkwaardig is dat Barth veronderstelt dat het ontbreken van 'het is goed' bij de tweede scheppingsdag een vooruitwijzing is naar de zondvloed. Evenals Geertsema (zie de boekbespreking van 'Bijbel en evolutie: .......') denkt de schrijver dat  de (bedreigende) wateren iets behouden van hun destructieve macht.

Dat het woordje 'goed' niet hetzelfde aangeeft als de termen 'volmaakt' en 'ideaal' moge duidelijk zijn. De mensen hadden nog niet het eeuwige leven (ze waren sterfelijk, zie daarvoor 1Kor. 15: 35-49 en vooral vers 50) en de planten en dieren evenmin. Mensen bleken vatbaar voor verleiding tot kwaad en opstandigheid. Logisch zou dan zijn om ook 'duisternis', 'wind', en 'vuur' in een rijtje van bedreigende en destructieve geschapen factoren op te nemen. 

Dan komt de moeilijke vraag aan de orde: is de Bijbel het onfeilbare Woord van God? 

Of zijn het woorden van mensen die over God gesproken hebben ('alles wat we over Boven zeggen komt van beneden' om met Kuitert te spreken). 

Barth zoekt naar een middenweg: "er zijn aanwijzingen voor ordening van de teksten door latere redacteuren". Alle schrijvers hebben "sporen van hun eigen overtuigingen nagelaten. Toch ben ik, zegt hij, ervan overtuigd dat God iets over zichzelf bekendmaakt in de Bijbel. Het gaat om interactie tussen God, de Schepper en mensen. De Bijbelschrijvers werden wel geïnspireerd door God. Door die openbaring is er uiting van goddelijke liefde in de vorm van vergeving. Daardoor is er hoop en een vaste basis voor de ethiek. Gods boodschap is geïncarneerd in de taal, de cultuur en het wereldbeeld van de tijd van de schrijvers.  

 

In daarop volgende hoofdstukken bespreekt Barth vele structuren en levensprocessen in prokaryotische en eukaryotische cellen. Voor niet-biologen uiterst interessante en toegankelijke kost!

Ik licht er alleen een aantal van de meest frappante gegevens uit. Gegevens die m.i. voldoende zijn om de evolutietheorie, in welke vorm dan ook, voor onbewijsbaar en ontoepasbaar te verklaren!

 

Prokaryotische cellen hebben een paar miljoen basenparen, verdeeld over ong. 1000 genen.

Eukaryotische cellen hebben een paar miljard basenparen, verdeeld over ong. 20.000 genen.

Genen voor het lezen van DNA en de vorming van eiwitten, genen voor de synthese van duizenden enzymen voor de stofwisselingsprocessen en voor de productie van aminozuren zijn in de  loop van miljarden jaren nooit veranderd.

De chromosomen zijn opgerold op haspeltjes van eiwitten en kunnen zich op een geordende manier ontrollen.

Slimme eiwitten werken als uitleeskop die langs het DNA schuift

Een ribosoom (waarvan er miljoenen zijn in elke cel) bestaat uit RNA + veel eiwitten.

Voor elk aminozuur bestaat een specifiek enzym dat voor de bouw van een bijbehorend tRNA noodzakelijk is.

De celmembraan zit vol receptoren voor signaalstoffen die bestaan uit eiwitten.

Veel membraaneiwitten werken als sluis als b.v. een hormoon naar binnen moet.

Motoreiwitten kunnen zich verplaatsen lang microtubuli. Ze brengen zakjes met eiwitten naar een bestemde plaats.

In een mens komen ong. 100.000 eiwitten voor.

 

Al deze processen zijn niet te herleiden tot fundamentele natuurwetten!

 

Het boek laat daarna de miraculeuze bouw van microtubuli en de secundaire structuren van eiwitten zien. Hierbij spelen de wetmatige basisstructuren weer een rol en de 5 basisingrediënten.  

Evolutieprocessen zouden hierop aan kunnen grijpen. [De daardoor veroorzaakte variabiliteit in de levensprocessen betekent m.i. nog geen ontstaan van nieuwe geslachten, families etc.] 

 

In elk organisme komen vele regelkringen voor. Als v.b. dienen de regeling van bloedsuiker, de werking van enzymen en de genregulatie.

Regulatie van eukaryotische genen is een complex netwerk van transcriptiefactoren en genen.  Ze spelen een belangrijke rol bij de embryologische ontwikkeling. Aan het begin van een DNA staat een 'enhancer' waaraan alleen een bepaald eiwit (een transcriptiefactor) zich kan hechten zodat het de werking van het gen kan versterken of onderdrukken. Daarnaast zit een 'promotor' die de aflezing voor het maken van mRNA kan starten. Soms zijn er meerdere 'enhancers' voor verschillende transcriptiefactoren, waardoor een fijnafstemming voor het produceren van mRNA's mogelijk is.

Een allosterische regulatie (door een invloed van buitenaf) is bovendien nog mogelijk. Dit laatste systeem werkt via een sleutel-slot principe. Tenslotte kan 1 enhancer naast honderden genen zitten waardoor in één klap veel functies kunnen veranderen.

Bij splicing worden de introns van een voorlopig mRNA eerst weggeknipt en vervolgens worden de exons door eiwitten weer aan elkaar geplakt. Dit proces heet posttranscriptionele regulatie. Daarbij worden vaak nieuwe combinaties van exons gemaakt. Zo ontstaan verschillende mRNA' s die verschillende eiwitten maken. Zo kunnen 25.000 genen coderen voor 92.000 eiwitten.

Schrijver-eiwitten zorgen ervoor dat methyl- en acethylgroepen zich kunnen vasthechten aan histonen (eiwitten waarop het DNA is opgerold). Wis-eiwitten kunnen ze weer verwijderen. Beide soorten eiwitten worden door non-coding RNA's naar de juiste plaatsen geleid.

Tenslotte zijn er nog de micro-RNA's. Ze kunnen zich verbinden met een mRNA  en het proces van translatie verhinderen. Ze spelen ook een rol bij de methylering (waardoor het DNA zich ontrolt) van DNA.

De schrijver concludeert: de regulatie van biologische processen tart elk voorstellingsvermogen.

 

Slechts 2% van het DNA codeert voor eiwitten. Vroeger zeiden evolutionisten: de rest is junk-DNA; restanten, afval van het evolutieproces.

Heel bijzonder: het wormpje Caenorhabditis elegans (1 mm. groot) heeft ong. 100 miljoen basenparen en de mens 130 miljoen. Ong. 35% van de genen in C. elegans zijn homoloog aan die van de mens en coderen ongeveer voor dezelfde eiwitten. De enorme verschillen tussen de mens en dit onogelijke wormpje worden dus niet veroorzaakt door de bouwstenen.

 

De boven beschreven epigenetische programmering wordt grotendeels gewist bij de vorming van geslachtscellen. Na de bevruchting nog een keer. De bevruchte eicel is daardoor een totipotente cel  geworden. Het is grotendeels onbekend hoe hieruit al de gedifferentieerde cellen ontstaan.

Het zijn de Hox-genen (afgeleid van homeobox-genen) die de hoofdstructuren van het lichaam van b.v. insecten besturen. Midden in die genen ligt een stukje DNA dat voor iedere diersoort vrijwel identiek is.

De 8 Hox-genen van een insect liggen keurig in de volgorde van mondstructuren - aanhangsels van de kop - kop - voorpoten en thorax - tweede deel thorax - derde deel thorax en achterpoten - voorste deel achterlijf - achterste deel achterlijf.

Het ontstaan van ledematen met vingers en tenen is een prachtig verlopen regelmatig proces waarbij de aanleg van  beenstructuren, bloedvaten, zenuwen, zintuigen, spieren en huid precies op elkaar in moeten grijpen. 

Wiskundige modellen kunnen enigszins verduidelijken hoe bepaalde structuren ontstaan. Vele plantenstructuren voldoen aan wiskundige regels. B.v. bij denappels, zonnebloemen enz. enz. 

Maar wiskunde, chemie en fysica bepalen niet het ontstaan of functioneel voortbestaan van weefsel- en orgaanstructuren.

 

Nog vele bijna miraculeuze processen vinden plaats als het gaat om voortplanting en ontwikkeling.

Een aantal v.b. :

- bij elke celdeling 3 miljard basen 2 x kopiëren

- per sec. worden 100 basenparen geproduceerd door 1 replicatieknop

- DNA roteert 350 x in de knop

- enzymen verbeteren fouten in het DNA

- drie enzymen zorgen voor vervanging van uracil door cytosine

- crossing over m.b.v. enzymen

- stukjes DNA worden daarna weer gekoppeld door enzymen (?).

 

Voor evolutie binnen soorten/geslachten bestaan er de volgende mogelijkheden:

- puntmutaties

- genduplicaties

- duplicaties van chromosomen

- transposons

- gentraversies door virussen

- retrogenen via virussen kunnen ingebouwd in DNA

- uitwisseling van DNA tussen 1-celligen door bacteriën.

Ongeveer 150 genen bij de mens schijnen ingebracht te zijn door bacteriën en virussen. 

Vele vragen blijven open als het gaat over de regulatie van duizenden processen in een levend wezen. 

 

Evolutie; een vorm van zelfregulatie?? 

Niemand weet hoe de LUCA (Last Universal Common Ancestor) is ontstaan! stelt Barth.

En: het ontstaan van geleedpotigen en gewervelde dieren moet voor het Cambrium zijn begonnen.

Anderhalf miljard jaar geleden is multicellulair leven ontstaan, dankzij een geweldige toename van de proteïne-folds.

Voor de Cambrische Explosie ontstaan: cyanobacteriën, amoeben, schimmels, sponzen, cnidaria (polypen en kwallen), choanoflagellaten (kraagflagellaten), kraakbeenvissen (haaien) en kaakloze vissen

Vrij kort daarna (200 miljoen jaar): straalvinnige vissen, longvissen, amfibieën, vogels, reptielen en zoogdieren.

In eenvoudig schema laat de schrijver zien hoe vanuit een longvis (met humerus = opperarmbeen) via enkele overgangen vierpotigen zouden kunnen zijn ontstaan met humerus, radius en ulna (spaakbeen en ellepijp).

                                                                        
[Het mag duidelijk zijn dat hiermee de evolutionaire lijn niet aangetoond is.

Dit geldt m.i. eveneens voor zijn bewering dat zowel zwemblaas als longen door een balgachtige uitstulping van de slokdarm ontstaan zijn.

Wel weer uiterst merkwaardig: zuurstoftransport m.b.v. haemoglobine is al 700 miljoen jaar oud. 

Dus ver voor het Cambrium!]

 

Fylogenetische stambomen:

Als v.b. geeft de schrijver: cytochroom c van mens en rhesusaap. Ze verschillen 1 aminozuur.

                                                            Die van mens en paard verschillen 12 aminozuren

                                                            Die van mens en zijderups verschillen 31 aminozuren.

Hier vanuit zouden stambomen geconstrueerd kunnen worden; en aangetoond zijn dat de mens behoort tot de familie van de zoogdieren.

Daarin zouden structuurreservoirs van proteïnen een rol spelen.

Mutaties en selectie selecteren en exploreren daarop deze reservoirs. 

 

[Totaal onbegrijpelijk hoe op grond daarvan dergelijke conclusies getrokken worden!]

Bovendien:  verwantschap tussen mens en zoogdieren had al "bewezen" kunnen worden op grond van duizenden andere eigenschappen!

De evolutie zou worden gestroomlijnd door wetmatigheden van embryologische groei. De grote vraag lijkt mij: welke wetmatigheden?]

 

Barth noemt dan 4 argumenten voor een wetmatige evolutie:

1. biologische zelforganisatie; gebaseerd op de fysica van proteïne folds

2. zelforganisatie; vanuit biologische, fysische wetmatigheden, de logica van netwerken en circulaire feedback

3. ecologische successie o.i.v. fotosynthese, zuurstofgehalte ozonlaag enz.

4. energiebeheer van vertakkende structuren.

 

[Grote vragen lijken me hierbij:

- wie "bedacht" eerst al die eiwitstucturen? En hun functies?

- hoe kwam de zelforganisatie tot stand binnen het hele complex?

- wie "bedacht" het fotosyntheseproces samen met het 

   verbrandingsproces, het ATP/ADP-energiesysteem (e.a.) en de dampkring?

- vertakkende structuren zijn vernuftig maar hoe worden ze precies 

   gevormd?]

 

Barth vat als volgt samen:

integratie is noodzakelijk van wetmatige zelforganisatie, circulaire causaliteit, structuurreservoirs, ecologische feedback, sprongsgewijze en graduele veranderringen.

 

"God heeft het evolutionaire proces gewild, bedoeld en georkestreerd.

Goddelijke beïnvloeding kan niet wetenschappelijk onderzocht worden.

Intelligent Design probeert de goddelijke invloed onder de noemer van wetenschappelijk onderzoek te brengen".

 

Rolie Barth waagt zich vervolgens aan diverse vormen van filosofische/religieuze bespiegelingen.

- God heeft de toekomst en Zijn plannen afhankelijk gemaakt van wat wij doen.

- Elk schepsel heeft een creatuurlijke vrijheid.

- God brengt Zijn bedoelingen tot stand door participatie. B.v. een orkaan die buiten Gods wil om een
   specifieke plaats en mensen treft.

-  de kenotische liefde van God. Dit betekent dat God zich, evenals in Jezus, ontledigt heeft. 

- Hij geeft de regie over de kosmos vrijwillig op.

- Processen en toeval gaan altijd samen. Denk aan vallende bladeren. Toevallige gebeurtenissen
   functioneren als starters.

 

De vergelijking tussen mensen en aapachtigen levert vele interessante gegevens op.

Enkele v.b.: Chimpansees hebben een Brocacentrum (voor akoestische functies) en een Wernickecentrum (voor gebaren bij het spreken en bij muzikaal talent).  

Gezichtsherkenning vindt plaats bij makaken en mensapen. Maar schapen en wespen (?) kunnen het ook.

Chimpansees laten altruïsme zien. Opm. dit komt bij meer dieren voor.

Vogels, insecten en vele zoogdieren laten allerlei v .b. zien van technische hoogstandjes.    

Bonobo's konden 450 lexigrammen op een toetsenbord gebruiken. Niet zo vreemd gezien hun gedrag in natuurlijke omstandigheden. Ze lijken zinnen te herkennen (opdrachten) maar hun verbaal vermogen omvat niet meer dan 2 woorden tezamen. Ze kunnen dus nooit met elkaar praten over diverse onderwerpen, logisch redeneren, overleggen, plannen, doelmatig produceren etc.

"mensen zijn de enige soort met taal. Het gaat over heden, verleden en toekomst + symbolische + idealistische + profetische + dichterlijke uitingen.

En daarbij komt de samenhang met neurale netwerken, motorische zenuwen, spieren, stembanden, keelholte en fijne motoriek van armen, handen en gelaatspieren".

 

[De grote vraag blijft dus: kunnen al deze geharmoniseerde mogelijkheden evolutionair vanuit apenhersenen ontstaan ?

De vraag stellen is welhaast gelijk aan haar beantwoorden, lijkt mij].

 

Barth vervolgt zijn boek met 

"het gaat in Genesis om de schepping van de mensheid die door God geliefd is.

De beschrijving daarvan is een verhaal met een historische achtergrond en tegelijk vol van symboliek in beelden van de toenmalige cultuur.

De tekst focust op twee mensen die God uitgekozen heeft om hun zijn levengevend gebod toe te vertrouwen.

Adams tholedoot is de verwekking en de geschiedenis van hen die van God het eerstelingschap ontvangen".

 

Vervolgens beschrijft Barth vele zaken die met het mens-zijn gegeven zijn die sterke overeenkomst vertonen met de leer van de Bijbel en de Christelijke kerk:

"Naar God beeld geschapen wijst allereerst op een persoonlijke relatie. Waardoor Gods wijsheid, gerechtigheid en mededogen worden weerspiegelt.

De verscheurdheid in de mens is vervreemding van God. Jezus is de weg terug naar God als een liefhebbende Vader.

God heeft de mens als het ware eigenhandig geschapen en gemaakt tot een levende ziel (geest) door de inblazing van Zijn adem = Zijn Geest.

De ongehoorzaamheid is niet alleen overtreding van regels maar een vertrouwensbreuk.

God is Schepper van de kosmische orde en de morele orde. Geen autonomie!

De zonde heeft consequenties voor de landbouw en de vreugde bij de voortplanting.

De nieuwe wereld is geen herstel van de huidige, oude wereld. Ze geeft ook geen inzicht in de wereld van voor de zondeval.

Vergankelijkheid hoeft niet onvermijdelijk tot ziekte en dood te leiden".

 

Hij beweert echter ook:

"God wil Zijn hulp aan mensen geven ondanks biologische driften en neigingen (afkomstig van aapachtige wezens?)

Adam heeft de hele groep mensen meegesleept. Eén voor allen!

De mogelijkheid tot lijden zit door natuurlijke oorzaken ingebakken in de schepping. Dankzij bezit van spiegelneuronen en vermogen tot empathie.

God werkt scheppend door middel van de basisstructuur van het heelal. Daarmee heeft de Bouwmeester het meeste werk gedelegeerd.

Pijn maakt deel uit van de goede schepping. Maar ook handicaps na ongelukken, emotionele pijn, trauma's enz.

'Water' in Gen. 1:2 betekent allereerst bedreigend en onvriendelijk. Het oordeel dat God uitspreekt is geen doodvonnis maar een moeitevol leven. Roofdieren, natuurrampen en de dood zijn zijn geen straf op de ongehoorzaamheid. 'Goed' betekent in Genesis dat de macht van duisternis begrensd wordt en geregeerd door licht".  

 

Bedenk daarom: 

Verwoesting door een orkaan is geen decreet van God. Dit geldt evenmin als er een fout in het DNA bij een kind is opgetreden. Denk aan zwaartekracht en lawines. De zwakke bindingsenergieën tussen biomoleculen maken het leven kwetsbaar. Alle biomoleculen zijn gevoelig door beschadiging door oxidatie. Dat geldt voor onverzadigde vetten, eiwitten, DNA, RNA en suikers.

Liefde kan lijden tot gevolg hebben. Zo heeft God zichzelf blootgesteld aan lijden. De kosmos draagt de kenmerken van de Gekruisigde.  De schepping is een samengaan van licht en duisternis [denk aan opvattingen van Karl Barth en Goethe].

Zoals Anatole France dichtte:

"Suffering! We owe to it all that is good in us.

All that gives value to life

we ow to it pity

we owe to it courage

we owe to it all the virtues".

Christus leerde gehoorzaamheid door Zijn lijden.

Behoorde een zekere mate van lijden tot de scheppingbedoeling?

De wereld is een dal van morele karaktervorming.

Wegjagen uit de beschermde tuin was genade omdat de mens zo kon leren wat soulmaking is.

 

Speelruimte ontstaat door zelfbeperking van Gods macht + een samenspel van de 5 basisingrediënten.

 

Vragen blijven, ook bij Bart, genoeg over:

- is God als pedagoog niet erg hardvochtig?

- zijn liefde en creatuurlijke vrijheid gaven waarvoor lijden de prijs is? 

  Zowel voor God als mens?

- kent God geen emoties? Hoe is Hij dan barmhartig?

- leed Christus alleen naar de menselijke natuur?

- moeten wij niet eerst zeggen dat wij met God meelijden??

 

Volgens Barth is er sprake van een voortgaande schepping. Als een vorm van samenwerking tussen God en de kosmos. God houdt daarbij van speelruimte.

Vele volken kennen een 'goddelijke wereldorde': de ma'at, de tao, de logos, de wijsheid. 

De bijbelse 'logos' is persoonlijk en valt niet samen met de logische wereldorde.

De Logos heeft de wereld uit liefde en trouw geschapen.

De wereld valt slechts te begrijpen vanuit Jezus Christus; Zijn zelfopofferende kruisdood en Zijn opstanding. Daarom is er in de wereld sprake van dienstbaarheid, van lijden, van schoonheid en vernieuwing.

De maat leert ons wat maatgevend is en de normen voor ons leven.

 

Algemene beoordeling van het boek van Rolie:

Het boek van Rolie Barth vertoont een mengeling van diepzinnige inzichten  en oncontroleerbare, onbewijsbare uitgangspunten en conclusies. Eveneens een mengeling van pro's en contra's als het gaat over de levensvatbaarheid van de evolutietheorie in welke vorm dan ook.

Het zal waar zijn dat de kosmos een wetmatige basisstructuur vertoont. Maar Daarmee is onlosmakelijk verbonden dat alle elementen die we kennen in een schitterend systeem zoals het Periodiek Systeem samengevat kunnen worden. Dus moet je eerst het bestaan en ontstaan en voortbestaan van dit wonderlijk mooie systeem verklaren!

De wetmatige basisstructuur is een generatief programma. Door God geschapen (?) en toegepast bij ontstaan van de kosmos en de hele wereld (?) Wel dankzij biologische zelforganisatie. Tezamen met de 3 hoofdrolspelers  en de 4 interacties (de natuurkrachten).

Zelfordenend vermogen is alom aanwezig in zowel levende (zebrastrepen, longen, bloedvaten enz.) als levenloze natuur (zandribbels, sneeuwkristallen). Mooi om op te merken en te analyseren, maar eerst moeten de zandkorrels, zebra's, bloed en bloedvaten enz. er wel zijn! En de samenhang met water, lucht, dampkring, hart, aders, slagaders ..........

Wel begrijpelijk dat Barth 4 specifieke programma's aan zijn systematische benadering toevoegt:

1. kernfusie in een eerste en later stadium (waardoor de orde van het Periodiek Systeem mogelijk wordt)

2.  waterstofbruggen (die de bouw en functie van biomoleculen mogelijk maakt)

3.  C, H, O, S, P e.a.  atomen (die voorwaarde zijn voor al het bestaande leven)

4. de nauwkeurig afgestelde sterke en zwakke kernkrachten (zonder dewelke niets kan bestaan). 

Wat wil dat nu zeggen? Schiep God deze basisstructuur met haar wetmatigheden in samenhang met de 3 hoofdrolspelers, hun 4 interacties + de specifieke programmering tussen de onderdelen?

Schiep God deze samenhang van abstracties? Genesis spreekt veel concreter: God schiep hemel en aarde. De hemel zijn woonplaats met de engelen (?). De aarde met water overdekt. Daarmee is al het bestaande aan atomen, moleculen etc. aanwezig. Wat volgt is het bewoonbaar maken van de aarde Daarop legt Barth terecht steeds alle nadruk. Maar de grote "kwetsbaarheid" blijkt de mens. De mens die vatbaar is voor verleiding door de Boze, de Slang, de duivel. Adam en Eva zijn de 2 eerste echte mensen in de hof van Eden; geen typen van de mensheid. Door hun opstand tegen God, en daardoor o.l.v. de duivel de wereld gaan overheersen, brengt God, actief, geweld, ziekte, natuurrampen en vele andere bedreigingen over de mensheid. Dat alles loopt uit op de zondvloed. 

Dit is anders dan de geschetste interactie tussen God en mens; tussen God en de natuur. God delegeert het meeste werk niet als Bouwmeester om zo ruimte te scheppen voor vrijheid, speelruimte, kwetsbaarheid, pijn en lijden. Voorafgaand aan de zonde door de mensen was Gods schepping volledig veilig en geschikt voor een schitterende ontwikkeling onder leiding van de mensheid dankzij Gods bestuur. Actief!!

Het verhaal over mogelijke mutaties kan nooit dienen om alle rijken, (hoofd)afdelingen, orden, families en geslachten van de organismen te doen ontstaan. Het leidt tot variaties en ecologische aanpassingen van geschapen soorten/geslachten. Zelfs genduplicaties en complete chromosoomduplicaties kunnen geen nieuwe weefselstructuren, orgaanstructuren en compleet nieuwe organismen doen ontstaan. Binnen de familie van grassen, waar ze o.a. vrij vaak voorgekomen zijn, overschrijden ze niet de soort/geslachtsgrenzen. Verder onderzoek bij "eencelligen", "wormen", "insecten" enz. zou op dit punt van groot belang zijn.

 

Bij Rolie vindt toch een omkering plaats. Voorop staan niet Gods geopenbaarde concrete scheppingswerken op grond waarvan natuurwetenschappers door hypothesen, experimenten en concluderende antwoorden binnen een theoretisch kader kunnen komen tot prachtige gedachtensystemen als een wetmatige basisstructuur, kwantumtheorieën, interacties tussen deeltjes, de 5 basisingrediënten, een uitdijende heelal, de relativiteitstheorieën, micro-evolutionaire processen en vele vormen van zelforganisatie. Door deze omkering  gaat de natuurwetenschap door de synthese van bovengenoemde systematische onderdelen heersen over het geopenbaarde Woord van God. 

Ten diepste wordt hierdoor het werk van het WOORD, waardoor het heelal werd geschapen, opzij geschoven. Hij die kwam tot het Zijne (wat Zijn wettig eigendom was) om dit verlost van alle kwaad terug te brengen naar de Vader. Daarom ontving Hij bij Zijn hemelvaart de algehele macht over hemel en aarde. Alle natuurwetmatigheden (voorzover wij die kennen) staan Hem daarbij ten dienste. En alle mensen. Zij die zich tegen Hem verzetten en zij die Hem leren volgen in liefdevolle gehoorzaamheid.

Bij mij heeft de gedachte post gevat dat Rolie Barth dit laatste graag onderschrijft!

 

Barth maakt vele goede en mooie opmerkingen over Gods scheppingswerk, Zijn regering en de verlossing door Jezus Christus.

Maar diverse onderdelen daarvan gaan de perken (van ons verstand en geloof) te buiten. 

Ondanks alle goede dingen verwordt het toch tot een schijnvernieuwing van het Christelijk geloof. 

Diverse opvattingen van Gijsbert van den Brink ("En de aarde bracht voort") en Henk Geertsema ("Bijbel en Evolutie") komen herhaaldelijk terug. Soms in licht aangepaste vorm. Daarmee wordt de diepe val van de mens, blijkend uit vele vormen van misdaad, kwaadaardigheid, gruwelijke vormen van onderdrukking en mishandeling, boosaardig tiranniek geweld over grote groepen mensen en volken en extreme vormen van goddeloze seksuele wandaden niet in rekening gebracht.   

Levens van medemensen die tot een "hel" worden gemaakt.

Waarom het lijden tot in de dood en de neerdaling tot in de echte hel van Gods Zoon noodzakelijk was om mensen door geloof in Hem te bevrijden.

Elke andere vorm van bevrijding is slechts schijn en leidt opnieuw tot een vorm van ondragelijke gevangenschap.