Tijdens mijn studie biologie aan de RU-Groningen bleef de onzekerheid rond het thema evolutie steeds knagen. Was die wetenschappelijke theorie in overeenstemming te brengen met het geopenbaarde Woord van God, de Bijbel?

Hoe betrouwbaar was het wetenschappelijke bewijs voor die theorie?

Steeds meer raakte ik er van overtuigd dat de evolutietheorie niet berustte op waargeenomen feiten. Noch op betrouwbaar natuurwetenschappelijk denken.

De biologie als wetensachap kan en mag uitsluitend berusten op betrouwbare kennis van alle organismen. En hun leefomgeving. Vanaf virussen t/m mensen.

Als ze kan aantonen dat soorten/geslachten/families/orden en afdelingen van het schimmel-, planten- en dierenrijk kunnen veranderen in de loop der tijden moet ze dat op grond van waarnemingen of/en experimenten kunnen bewijzen.

Nu is bewijs van veranderingen en ontwikkelingen vanuit soorten en/of geslachten ruimschoots voor handen. Denk hierbij alleen maar aan runderen, paardachtigen, honden, kippen, duiven, grassen, paardebloemen, eiken en ........ mensen. 

Dat wordt wel micro-evolutie genoemd.

 

Nu openbaart de Here God ons in Gen. 1 door de heilige Geest dat Hij de hemel en de aarde, het licht, de wateren en het vaste land, de planten, de dieren en de mens (Adam) geschapen heeft door te spreken; door Het WOORD.

In Joh. 1 horen we dat het WOORD Gods Zoon is die mens geworden is door de geboorte uit de maagd Maria; geschapen als mens door de heilige Geest. Zonder tussenkomst van een man (Jozef).

Gen. 2 openbaart vanaf vers 4 de geschiedenis (de toledoot) van de hemel en de aarde. Adam krijgt een plaats in de door God geplante hof van Eden en mag en kan  de dieren een naam geven. Adam heeft inzicht, kennis en spraakvermogen. Om hem een deelgenoot te geven voor al zijn werk en belevenissen schept de Here een  vrouw uit één van zijn ribben: "vlees  van zijn vlees en been van zijn gebeente".

 

Uit de Bijbel weten we dat God één is. 

En we weten uit diezelfde heilige Schrift dat God 3 in 1 is: Vader, Zoon en heilige Geest. De Zoon gaat van voor alle tijden van de Vader uit; Hij is ongeschapen en daarom ook God. De heilige Geest gaat uit van de Vader en de Zoon en daarom ook God.

De Vader schiep alles door het WOORD, de Zoon.  De heilige Geest zette alles in beweging en bracht alle organismen tot leven, groei en bloei.

In Hebr. 1 wordt ons geopenbaard dat de Zoon alle dingen draagt door het Woord van Zijn kracht. Alle natuurwetten zijn het resultaat van menselijk opderzoek en een uitdrukking van de draagkracht van de Zoon. Ze functioneren niet los van Gods bestuur.

Gods schepping noch bestuur zijn toegankelijk voor wetenschappelijk onderzoek. Alle theorieën daaromtrent van evolutionisten noch creationisten zijn zonder enige betekenis.

Omdat ze niet kunnen berusten op waarnemingen noch experimenten.

De werken van de 3-enige God gaan vooraf aan alle wetenschappelijke kennis. En ze gaan daar ver bovenuit.

De zeer vroom bedoelde gedachte dat de Here God de levende wezens deed ontstaan dankzij evoliutieprocessen is een aantasting van Gods grootheid en heerlijkheid. Want dat zou betekenen dat Hij zijn werk verricht via door mensen bedachte wetmatigheden. Wetmatigheden die bovendien geen wettige plaats hebbben in de levende natuur en daarom nooit aangetoond zijn.

Het heeft geen zin om de 'dagen' van Gen.1 te definiëren als dagen van 24 uur. Het zijn Gods werkdagen. De schepping van b.v. het licht zou in een veel kortere periode plaats gegrepen kunnen hebben; enkele minuten of uren.

Ook is het doelloos om de 'dagen' uit te rekken tot miljoenen jaren durende perioden. Dat verklaart niets! Het is een v.b. van een schijnoplossing om aansluiting te zoeken bij de huidige stand van wetenschap.

Van Gen.1 moet je geen biologisch verhaal proberen te maken. Water- en land- en luchtdieren staan door elkaar heen. Water- en landplanten worden niet onderscheiden. Vele soorten organismen blijven ongenoemd, b.v. virussen, schimmels en bacterieën.

Voor de mensen is het hoogwaardige voedsel bestemd: zaden en vruchten van kruiden en bomen.

De dieren leven van al het groene kruid. maar: veel vogels e.a. dieren eten ook bessen, zaden, wormen, slakken, insecten enz.

Daarvoor zijn ze uitgerust met bepaalde kwaliteiten van snavels, gebitten, bouw van zintuigen, zenustelsels, spieren, beenderen en bloedvaten. Waren er ook roofinsecten, roofvissen, roofvogels en roof(zoog)dieren??

Persoonlijk denk ik het wel. Leeuwen, panters, ijsberen, valken, vleermuizen, mollen etc. zijn helemaal toegerust in alle delen van hun lichaamsbouw en gedragskenmerken om prooien te vangen. Alle (schut)kleuren in het dierenrijk zijn geschapen om zich te beschermen of minder zichtbaar te maken tijdens de jacht. Voor vluchtgedrag zijn er verder bepaalde zintuigen, bouw van beenderen en spieren, evenals b.v. holen en andere schuilplaatsen.

De meningen hieromtrent zullen wel altijd verdeeld blijven maar dood was er ook in het paradijs! Na de bestuiving of andere  vormen van voortplanting stierven plantendelen af. Van dieren wordt niet vermeld dat ze eindeloos leven bezaten. En: een langzame natuurlijke dood sterven is geen mogelijkheid binnen het paradijsleven, lijkt me. Een snelle, vrijwel pijnloze dood door gespecialiseerde roofdieren (libellen, zwaluwen, scholeksters, valken en panters (om maar enkelen te noemen)), lijkt me niet in strijd met de goede schepping van al het leven op de hele aarde. Alle dieren samen leefden van het groene kruid dankzij het proces van fotosynthese!

 

Het is onmogelijk om de realisering van de goede schepping te combineren met perioden van grote uitsterving. Volgenss de evolutie-geologen waren er 5 à 6 massa-exticties die merendeels samenvielen met de overgangen tussen diverse geologische aardperiodden. Tijdens deze extincties werden 70% à 90% van alle organismen uitgeroeid. Zie H 8.1

Deze uitroeiingsperioden gingen gepaard met gebergtevormingsprocessen (orogenese). De orogenese-processen werden veroorzaakt door verschuivingen van (grote) landgebieden (continenten). Deze laatsten vonden hun oorzaak vooral door het ontstaan vaan mid-atlantische ruggen. Vulkanische krachten vanuit de diepere aardkorst waren hiervoor verantwoordelijk.

De in totaal 48 orogenese-processen veroorzaakten enorme hoeveelheden fossielen dankzij neerstortend water, klei, zand en grind. Zie H 6.4

Voor kaartjes met vindplaatsen van grote hoeveelheden fossielen langs (hoog)gebergten zie eveneens H 6.4

De conclusie kan geen andere zijn dan dat alle bovengenoemd processen en verschijnselen niet voor de zondeval van Adam en Eva in de hof hebben kunnen plaats vinden. Na de verleiding door de satan via de slang gaat Gods toorn over de hele schepping. In Rom. 8 legt de apostel Paulus uit welke gevolgen dat heeft en had voor alle organismen en voor de mens.

Wanneer de processen van orogenese en extinctie hebben plaats gevonden blijft voorlopig een reden voor verder onderzoek.

Onderzoek dat de grenzen van Gods openbaring niet te buiten of te boven mogen gaan.

 

Laat bij al het bovengenoemde moet niet vergeten worden dat het ontstaan van de mensen uit aapachtige dieren een  onmogelijkheid is. Geestelijk levende mensen met kennis van God (hoe zwak en gebrekkig ook) met vermogens van denken, zelfbewustzijn, spraak, lachen, humor, ontdekkingen en technische mogelijkheden kunnen nooit zijn ontstaan vanuit dierlijk leven met slechts gevoelens, waarneming, doelmatig gedrag en specifieke vaardigheden (materiaalgebruik).

God sprak met de eerste mensen en vaak daarna  om zichzelf en Zijn wil bekend te maken. Luisteren naar God en doen wat Hij wilde zou het eten van de boom des levens mogelijk maken. Dat betekende dus leven vanuit Gods belofte. Dit laatste blijft alle eeuwen door geldig. Als we Gods belofte van eeuwig leven geloven zullen we de eeuwige zaligheid ontvangen door het geloof in Jezus Christus. Omdat Hij is opgestaan uit de dood!

 

 

Reageren?     tnbuist@gmail.com